Er zijn momenteel geen biomarkers bekend voor vroege selectie van patiënten met neuro-endocriene tumoren die baat kunnen hebben bij everolimusbehandeling. Sophie van Asselt (UMC Groningen) en haar collega’s publiceerden online in The Journal of Nuclear Medicine de uitkomsten van een studie naar het gebruik van ⁸⁹Zr-gelabeld bevacizumab als biomarker.¹ De achterliggende gedachte is dat everolimus de VEGF-A productie door tumorcellen remt. Met PET volgen van het effect van everolimus op de opname van gelabeld bevacizumab door de neuro-endocriene tumoren zou dus een indruk kunnen geven van de werkzaamheid van everolimus.

Van Asselt en collega’s behandelden veertien NET-patiënten met everolimus. Voor, twee en twaalf weken na de behandeling onderzochten ze de opname van gelabeld bevacizumab door de tumoren. Bij vier van de veertien patiënten zagen ze geen opname. Bij de veertien andere patiënten zagen ze opname van bevacizumab in 19% van de tumoren groter dan 1 cm (die met CT geïdentificeerd waren). De opname verminderde tijdens de everolimusbehandeling, met mediaan 7% na twee weken en mediaan 35% na twaalf weken. De reductie van deopname van bevacizumab was gecorreleerd met de verandering in de CT-bepaalde tumorgrootte na zes maanden. De onderzoekers concluderen dat ⁸⁹Zr-bevacizumab PET wellicht geschikt is als vroege voorspellende biomarker voor anti-VEGFgerichte behandeling bij NET-patiënten.

Sophie van Asselt promoveerde vorige maand in Groningen op het proefschrift New imaging strategies in neuroendocrine disorders. Haar promotoren waren prof. Thera Links en prof. Liesbeth de Vries.

1. Van Asselt SJ, Oosting SF, Brouwers AH et al. Everolimus reduces ⁸⁹Zr-bevacizumab tumor uptake in patients with neuroendocrine tumors. J Nucl Med 2014; epub ahead of print