Prof.
Timothy Rebbeck (University of Pennsylvania) en collega’s publiceren vandaag in
JAMA een studie van de associatie tussen specifieke BRCA1-
of BRCA2-mutaties en het risico van
mamma- en ovariumcarcinoom.1 Deelneemsters aan de studie waren
19.581 BRCA1-mutatiedraagsters en
11.900 BRCA2-mutatiedraagsters van 55
centra in 33 landen op zes continenten. De mutaties waren vastgesteld tussen
1937 en 2011 (mediaan 1999).
Onder de BRCA1-mutatiedraagsters werd
mammacarcinoom gediagnostiseerd bij 46%, ovariumcarcinoom bij 12%, mamma- en
ovariumcarcinoom bij 5%, en geen carcinoom bij 37%. Onder de BRCA2-mutatiedraagsters werd
mammacarcinoom gediagnostiseerd bij 52%, ovariumcarcinoom bij 6%, mamma- en
ovariumcarcinoom bij 2%, en geen carcinoom bij 40%.
In BRCA1 identificeerden de onderzoekers
drie mammacarcinoomclusters, met ratio van risico van mammacarcinoom versus
ovariumcarcinoom (RHR) 1,44; 1,34 en
1,38; en een ovariumcarcinoomcluster (RHR 0,0,62). In BRCA2 zagen de onderzoekers meerdere mammacarcinoomclusters met
RHRs van 1,63 tot 2,31; en drie ovariumcarcinoomclusters met RHRs van 0,51 tot
0,57.
De
onderzoekers concluderen dat de risico’s van mamma- en ovariumcarcinoom
variëren met type en locatie van BRCA1/2-mutaties.
1.Rebbeck TR, Mitra N, Wan F et al. Association of
type and location of BRCA1 and BRCA2 mutations with risk of breast and
ovarium cancer. JAMA 2015;313:1347-1361
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)