Prof. Hervé
Dombret (Hôpital St. Louis, Parijs) en collega’s publiceren online in Blood de uitkomsten van een internationale fase 3-studie van azacitidine versus
conventionele behandelingen (CCR) voor nieuw-gediagnostiseerde AML met meer dan
30% blasten in patiënten ouder dan 65 jaar.1 Deelnemers waren 488
patiënten. Voor randomisatie werd voor iedere deelnemer een CCR geselecteerd die
bestond uit inductiechemotherapie, lage-dosering cytarabine, of alleen
ondersteunende zorg. Vervolgens werden de patiënten gerandomiseerd naar deze CCR
(n=247) of azacitidine (n=241).
De mediane overall survival was 10,4 maanden in de
azacitidine-arm versus 6,5 maanden in de CCR-arm (HR 0,85; p=0,1009). De
een-jaars overleving was 46,5% in de azacitidine-arm versus 34,2% in de
CCR-arm. In een geprespecificeerd analyse zonder patiënten die behandeld werden
na discontinuering van de studiemedicatie was de mediane OS 12,1 maanden in de
azacitidine-arm versus 6,9 maanden in de CCR-arm (HR 0,76; p=0,0190). In
univariate analyse werden gunstige trends voor azacitidine versus CCR gezien in
alle subgroepen (demografische en ziektekenmerken). De bijwerkingen waren
consistent met het bekende veiligheidsprofiel van azacitidine.
De
onderzoekers concluderen dat azacitidine een belangrijke behandeloptie kan zijn
voor deze moeilijk-te-behandelen AML-populatie.
1.Dombret H, Seymour JF, Butrym A et al.
International phase 3 study of azacitidine vs conventional care regimens in
older patients with newly diagnosed AML with >30% blasts. Blood 2015; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)