Dr. Lisa
Carey (University of North Carolina in Chapel Hill) en collega’s publiceren
online in The Oncologist een studie van het bepalen van intrinsieke subtypes van mammacarcinoom aan de hand
van kwantitatieve receptor-expressie.1 De onderzoekers analyseerden
tumoren van 1557 deelneemsters aan drie fase 3-studies. Voor deze tumoren waren
gegevens beschikbaar van de ER-, PR-, en HER2-expressie en intrinsic subtyping.
Van 283
HER2-negatieve tumoren met immunohistochemisch bepaald minder dan 1%
HR-expressie waren er 207 (73%) basal-like, maar ook andere subtypes werden
gezien, met name HER2-verrijkt (17%). Onder de 1298 HER2-negatieve tumoren was
borderline HR-expressie (1%-9% kleuring) zeldzaam (n=39), en deze tumoren waren
heterogeen: 17 luminal A/B, 12 HER2-verrijkt, en slechts 7 basal-like. Het
includeren van deze tumoren in de definitie van TNBC leidde tot significante
vermindering van de verrijking voor basal-like mammacarcinoom (p<0,05).
Onder de 106
HER2-positieve tumoren met minder dan 1% HR-expressie was het HER2-verrijkt
subtype het meest frequent (82%), terwijl onder de 127 HER2-positieve tumoren
met sterke HR-expressie (meer dan 10%) slechts 54% HER2-verrijkt was en 43%
luminal (n=39 luminal B, n=16 luminal A). Basal-like tumoren brachte zelden ER/ESR1 of PR/PGR tot expressie, en waren geassocieerd met het laagste
expressieniveau van HER2/ERBB2
vergeleken met andere subtypes.
De
onderzoekers concluderen dat er significante discordantie bestaat tussen
klinisch-gedefinieerde subsets en intrinsiek subtype.
1.Cheang MCU, Martin M, Nielsen TO et al. Defining
breast cancer intrinsic subtypes by quantitative receptor expression. The
Oncologist 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)