Het gebruik
van sigaren is in de Verenigde Staten tussen 2000 en 2011 meer dan verdubbeld. Rokers
van (Amerikaanse) sigaren hebben in bloed en urine hogere concentraties van
sommige carcinogene en toxische verbindingen en elementen dan niet-rokers. Zo
luidt de conclusie uit een Amerikaanse studie die vandaag online wordt gepubliceerd in Cancer Epidemiology, Biomarkers & Prevention.1 Dr.
Jiping Chen (FDA's Center for Tobacco
Products, Silver Spring MD) en collega’s analyseerden de aanwezigheid van
vijf markers van blootstelling aan tabak in 25.522 deelnemers aan de NHANES (National Health Nutrition and Examination
Survey; 1999-2012). Twee van deze markers, cotinine en NNAL zijn specifiek
voor tabak. De drie andere markers, lood, cadmium en arseen, komen ook in
andere bronnen voor. De onderzoekers bepaalden de concentraties van cotinine in
het serum van de deelnemers, lood en cadmium in het bloed, en NNAL en arseen in
urine.
De
concentraties van cotinine, NNAL en lood waren hoger in de monsters van
sigarenrokers dan in die van niet-tabaksgebruikers. Voor primaire sigarenrokers
(huidige sigarenrokers/nooit-sigarettenrokers; n=226) vergeleken met
nooit-rokers (n=17.711) was de gemiddelde cotinineconcentratie 6,2 ng/ml versus
0,045 ng/ml; de NNAL-concentratie 19,1 pg/mg creatinine versus 1,01 pg/mg
creatinine. Secundaire sigarenrokers (huidige sigarenrokers/voormalige sigarettenrokers;
n=183) en duale sigaren- plus sigarettenrokers (n=123) hadden hoger
cadmiumconcentraties dan niet-tabaksgebruikers.
De
onderzoekers concluderen dat de resultaten van deze studie in overeenstemming
zijn met epidemiologische aanwijzingen voor het roken van sigaren als oorzaak
van ziekte en premature sterfte.
1.Chen J, Kettermann A, Rostron BL, Day HR.
Biomarkers of exposure among U.S. cigar smokers: an analysis of 1999-2012
National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) data. Cancer
Epidemiol Biomarkers Prev 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)