Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Chemotherapie-geïnduceerde ovariumdysfunctie en respons op neoadjuvante chemotherapie in mammacarcinoom

(0)2015-08-17 08:51   ( Nieuws )

Tags

CIOD  mammacarcinoom  

Dr. Soo Kyung Ahn (Mamms Clinic, Seoel) en collega’s hebben onderzocht of er een verband bestaat tussen door neoadjuvante chemotherapie geïnduceerde ovariumdysfunctie (CIOD) in mammacarcinoompatiënten en de respons. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Annals of Surgical Oncology.1 De onderzoekers analyseerden gegevens van 343 premenopauzale patiënten in Seoel die tussen 2006 en 2010 neoadjuvante chemotherapie kregen.

CIOD werd gezien in 264 van de 343 patiënten (76,9%). De klinische respons was significant hoger in patiënten met CIOD (65,2%) dan in patiënten zonder CIOD (51,9%; p=0,033). Het mediane FSH-niveau na neoadjuvante chemotherapie was significant hoger in patiënten met klinische respons (68,7± 34,5 IU/l) dan in patiënten zonder klinische respons (59,8 ± 34,3 IU/l; p=0,021). In multivariate analyse was CIOD onafhankelijk geassocieerd met klinische respons (OR 0,523; p=0,024). Uit subgroep-analyses bleek dat de associatie tussen CIOD en klinische respons alleen significant was in patiënten met ER-positief mammacarcinoom (p=0,025) maar niet in patiënten met ER-negatief mammacarcinoom (p=0,818). Pathologisch complete respons werd gezien in 8,7% van de patiënten met CIOD en 6,3% van de patiënten zonder CIOD. Dit verschil was niet significant (p=0,497).

De onderzoekers concluderen dat CIOD tijdens neoadjuvante chemotherapie geassocieerd is met klinische respons maar niet met pCR, en dat de associatie alleen wordt gezien in ER-positief mammacarcinoom.

1.Ahn SK, Lee HB, Han W et al. Impact of chemotherapy-induced ovarian dysfunction on response to neoadjuvant chemotherapy in breast cancer. Ann Surg Oncol 2015; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren