Primaire
centraal-zenuwstelsellymfomen (PCNSLs) zijn zeer agressieve tumoren.
Chemotherapie heeft de prognose significant verbeterd, maar vroege diagnose is
cruciaal voor effectieve behandeling. De diagnose van PCNSL is momenteel
afhankelijk van de histopathologie van tumorbiopten. Dr. Alexander Baraniskin
(Ruhr Universität, Bochum) en collega’s hebben eerder differentiële expressie
van microRNAs aangetoond in cerebrospinale vloeistof (CSF) van patiënten met
PCNSL. Geïnspireerd door veelbelovende resultaten van studies van circulerende
U2 small nuclear RNA-fragmenten (RNU2-1f) als biomarkers voor pancreas-,
colorectaal- en longcarcinoom hebben Baraniskin en collega’s nu de
diagnostische waarde van RNU2-1f onderzocht in PCNSL. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Neuro-Oncology.1
De
onderzoekers bepaalden niveaus van RNU2-1f in CSF van 72 PCNSL-patiënten en 47
controlepatiënten met verscheidene neurologische aandoeningen. De RNU2-1f
niveaus onderscheidden de PCNSL-patiënten van de controles met een AUC van 0,909
met 68,1% sensitiviteit en 91,4% specificiteit. De diagnostische accuratesse
werd verder verbeterd door het combineren van niveaus van RNU2-1f en miR-21;
resulterend in AUC 0,987 met 91,7% sensitiviteit en 95,7% specificiteit. In CSF
van negen patiënten voerden de onderzoekers sequentiële bepalingen uit van
RNU2-1f. Ze zagen dat de niveaus van RNU2-1f een afspiegeling vormden van het beloop
van de ziekte.
De
onderzoekers concluderen dat bepaling van RNU2-1f in CSF kan worden gebruikt
als diagnostische marker voor PCNSL, en mogelijk ook als marker in het
monitoren van de behandeling.
1.Baraniskin A, Zaslavska E, Nöpel-Dünnebacke S et
al. Circulatin U2 small nuclear RNA fragments as a novel diagnostic biomarker
for primary central nervous system lymphoma. Neuro-Oncology 2015; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)