Het risico
van Kaposi’s sarcoom-geassocieerde herpesvirus (KSHV) infectie in kinderen
wordt verhoogd door HIV-infectie. Sinds kort is antiretrovirale therapie (ART)
op grote schaal beschikbaar gekomen voor HIV-geïnfecteerde kinderen in Zambia.
De impact van vroege ART op KSHV transmissie naar HIV-geïnfecteerde kinderen is
nog onduidelijk, schrijven dr. Charles Wood (University of Nebraska, Lincoln)
en collega’s in een publicatie die online is in het Journal of the National Cancer Institute.1 In de publicatie presenteren ze uitkomsten van een studie van dit onderwerp.
Deelnemers
aan de studie waren 287 aan HIV-blootgestelde KSHV-negatieve kinderen in
Lusaka, in de leeftijd tot twaalf maanden. Gedurende de follow-up van 3552
persoonsmaanden ondergingen 151 kinderen (52,6%) KSHV-seroconversie. De
KSHV-incidentie was gelijk in HIV-geïnfecteerde en niet-HIV geïnfecteerde
kinderen. Onder HIV-geïnfecteerde kinderen was het risico van KSHV-transmissie
significant verhoogd in de ART-naïeve kinderen (HR 5,04; p<0,001). Het CD4+
T-cel percentage was ook statistisch significant geassocieerd met het risico
van KSHV-transmissie (HR 0,82; p<0,001): per 5% toename van CD4+
T-cellen nam het risico van KSHV-transmissie af met 18%.
De
onderzoekers concluderen dat vroege ART en preventie van immuunsuppressie het
risico verlagen van KSHV-transmissie onder HIV-geïnfecteerde kinderen in een
gebied waar beide virussen hoog endemisch zijn. ART dient in Afrika
onmiddellijk te worden toegepast na de diagnose HIV-infectie.
1.Olp LN, Minhas V, Gondwe C et al. Effects of
antiretroviral therapy on Kaposi’s sarcoma-associated herpesvirus (KSHV)
transmission among HIV-infected Zambian children. J Natl Cancer Inst 2015; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)