SPARC (‘secreted protein acidic and rich in cysteine’)
is geïmpliceerd als nieuwe biomarker en therapeutisch target in borstkanker,
schrijven prof. Carsten Denkert (Charité Ziekenhuis Berlijn) en collega’s
vandaag online in Annals of Oncology.1
In de publicatie presenteren ze een studie van expressie van SPARC in moleculair verschillende subtypen borstkanker,
en de relatie tussen de expressie en de uitkomsten van neoadjuvante
chemotherapie. De onderzoekers bepaalden de SPARC-expressie in
pretherapeutische core biopten van 667 deelnemers aan de neoadjuvante GeparTrio
studie. Als maat voor de expressie gebruikten ze een gestandaardiseerde immunoreactieve
score (IRS).
Verhoogde
SPARC-expressie (IRS 6 of hoger) werd gezien in 26% van de
tumoren. SPARC-expressie was signicifant (p=0,038) verhoogd in triple-negative tumoren (37%) vergeleken
met andere subtypen (HR+/HER2- 23%; HR+/HER2+ 29%; HR-/HR2+ 22%). Verhoogde
SPARC-expressie was geassocieerd met verhoogde pathologisch complete respons
(27%) vergeleken met niet-verhoogde SPARC-expressie (15%; p<0,001). In de triple-negative subgroep bedroeg pCR 47% in tumoren met verhoogde
SPARC-expressie versus 26% in tumoren met niet-verhoogde SPARC-expressie
(p=0,032). In multivariate analyse was SPARC een onafhankelijke voorspeller van
pCR in de gehele populatie (p=0,010) en in de triple-negative subgroep (p=0,036).
SPARC is een
albumine-bindend eiwit. Het zou de intratumorale accumulatie van albumine-gebonden
middelen kunnen mediëren, schrijven de onderzoekers. SPARC dient nader te
worden onderzocht als predictieve marker voor respons op albumine-gebonden
middelen zoals nab-paclitaxel.
1.Linder JL, Soibl S, Denkert C et al. Expression
of secreted protein acidic and rich in cysteine (SPARC) in breast cancer and
response to neoadjuvant chemotherapy. Ann Oncol 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)