FDG-PET/CT heeft
in vergelijking met CT een voordeel als voorspellende methode voor het
identificeren van histopathologische respons na drie weken neoadjuvante behandeling
met erlotinib bij patiënten met resectabele NSCLC. Zo luidt de conclusie uit een Nederlandse studie die online gepubliceerd is in Annals
of Surgical Oncology.1 Corresponderende auteur van de studie is
dr. Houke Klomp (Antoni van Leeuwenhoek). De onderzoekers voerden een fase
2-studie uit bij 60 patiënten van vier Nederlandse ziekenhuizen. De patiënten
kregen gedurende drie weken preoperatief erlotinib 150 mg eenmaal daags. De
onderzoekers voerden FDG-PET/CT en CT uit bij aanvang en na drie weken
behandeling.
De
combinatie van CT, FDG-PET/CT en histopathologische evaluatie van 22 mannen en 31 vrouwen was beschikbaar voor
de analyse. Bij drie patiënten werd radiologische respons gezien, bij vijftien
patiënten metabole respons, en bij elf patiënten histopathologische respons
(tenminste 50% necrose). Voor het voorspellen van histopathologische respons vertoonde
de relatieve FDG-verandering in SUVmax meer SUVmax-afname in de groep
patiënten met histopatholosgische respons (-32%) dan in de groep zonder
pathologische respons (-4%). Het verschil is statistisch significant
(p=0,0132). De relatieve verandering in tumorgrootte waargenomen met CT was
gelijk in beide groepen.
De respons- en toxiciteitsuitkomsten van de studie waren al eerder gepubliceerd (Schaake EE et al; J Clin Oncol 2012;2731-2738).
1. Van Gool MH, Aukema TS, Schaake EE et al. 18F-Fluorodeoxyglucose
positron emission tomography versus computed tomography in predicting
histopathological response to epidermal growth factor receptor-tyrosine kinase
inhibitor treatment in resectable non-small cell lung cancer. Ann Surg Oncol
2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)