Er is geen
standaard voor tweedelijns chemotherapie in patiënten met slecht-gedifferentieerd
graad 3 neuro-endocrien carcinoom (G3-NEC). Prof. Eric Baudin (Institut Gustave
Roussy, Villejuif) en collega’s hebben de werkzaamheid van FOLFOX in deze
patiëntenpopulatie onderzocht. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Endocrine-Related
Cancer.1 Deelnemers aan de studie waren twintig G3-NEC patiënten
die tussen december 2003 en juni 2012 bij Gustave Roussy met FOLFOX waren
behandeld na falen op cisplatinum-gebaseerde chemotherapie.
Dertien
patiënten waren vrouw, en de mediane leeftijd was 55 jaar, met een range van 23
tot 87 jaar. De primaire locatie was gastro-enteropancreatisch in twaalf,
thoracisch in vier, ander in twee, en onbekend in twee. Er waren twaalf
grootcellige en zeven kleincellige G3-NEC tumoren (één onbekend). Alle
patiënten hadden distante metastasen. Twaalf patiënten kregen FOLFOX als
tweedelijns behandeling, en acht als derde of volgende lijn. Het mediane aantal
cycli was zes (range drie tot veertien).
De mediane
follow-up was 19 maanden. De mediane progressievrije overleving was 4,5
maanden. Onder de zeventien evaluabele patiënten hadden er vijf partiële
respons, zes stabiele ziekte, en zes progressieve ziekte. De mediane overall survival was 9,9 maanden. Graad
3 of 4 toxiciteiten waren neutropenie (35%), trombopenie (20%),
misselijkheid/braken (10%), anemie (10%) en verhoogde levertransaminasen (10%).
De
onderzoekers concluderen dat FOLFOX kan worden gezien als tweedelijns optie in
slecht-gedifferentieerd G3-NEC na falen op cisplatinum-gebaseerde chemotherapie.
Deze conclusie dient bevestigd te worden in grotere prospectieve studies
1.Hadoux J, Malka D, Planchard D et al. Post-first
line FOLFOX chemotherapy in grade 3 neuroendocrine carcinoma. Endocrine-Related
Cancer 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)