EGFR-TKI
monotherapie voor patiënten met EGFR-gemuteerde NSCLC resulteert in een mediane
progressievrije overleving van ongeveer twaalf maanden. Nieuwe strategieën zijn
vereist om de PFS en OS voor deze populatie verder te verlengen, schrijven
prof. Nobuyuki Yamamoto (Medische Universiteit Wakayama, Japan) en collega’s
vandaag online in The Lancet Oncology.1
In de publicatie presenteren ze de uitkomsten van een fase 2-studie van de werkzaamheid en veiligheid van de combinatie van erlotinib
en bevacizumab.
Deelnemers
aan de studie bij dertig Japanse centra waren 154 patiënten met stadium IIIB/IV
of recidiverend niet-squameus NSCLC met activerende EGFR-mutaties, performance
status 0 of 1, niet voorbehandeld met chemotherapie voor gevorderde ziekte. De
deelnemers werden gerandomiseerd naar erlotinib plus bevacizumab (n=77) of
erlotinib monotherapie (n=77). Het primaire eindpunt van de studie was PFS. In
de combinatie-arm bedroeg de mediane PFS 16,0 maanden (95%-bti 13,9-18,1); in
de erlotinib monotherapie-arm 9,7 maanden (95%-bti 5,7-11,1; HR 0,54;
p=0,0015).
De
meest-gerapporteerde graad 3 of hoger bijwerkingen waren rash (25% in de
combinatie-arm versus 19% in de erlotinib-arm), hypertensie (60% versus 10%),
en proteïnurie (8% versus 0%). De onderzoekers concluderen dat de combinatie
van erlotinib plus bevacizumab een nieuwe eerstelijns behandeling voor deze
patiëntenpopulatie kan zijn. Nader onderzoek van dit regime is op zijn plaats.
1.Seto T, Kato T, Nishio M et al. Erlotinib alone
or with bevacizumab as first-line therapy in patients with advanced
non-squamous non-small-cell lung cancer harbouring EGFR mutations (JO25567): an
open-label, randomised, multicentre, phase 2 study. Lancet Oncol 2014;epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)