In
dierstudies zijn aanwijzingen gevonden voor een carcinogeen effect van
verstoring van het circadiane ritme. Studies bij mensen hebben tot
inconsistente conclusies geleid. Bovendien zijn ze vaak gebaseerd op
retrospectieve data, en uitsluitend uitgevoerd in specifieke populaties (veelal
verpleegkundigen). In een publicatie die online is in het European
Journal of Epidemiology presenteren dr. Lando Koppes (TNO Hoofddorp) en collega’s
de resultaten van een prospectieve cohortstudie in Nederland naar het verband
tussen nachtarbeid bij vrouwen met verschillende beroepen en het risico van
borstkanker.1
De
onderzoekers koppelden CBS-gegevens over nachtarbeid tussen 1996 en 2009 met landelijke
gegevens over hospitalisatie. Van de 285.723 vrouwen die bij aanvang vrij waren
van borstkanker werd gedurende een gemiddelde follow-up van zeven jaar bij 2531
borstkanker vastgesteld. Incidentele nachtarbeid (HR 1,04; 95%-bti 0,85-1,27)
en regelmatige nachtarbeid (HR 0,87; 95%-bti 0,72-1,05) waren niet geassocieerd
met het risico van hospitalisatie voor borstkanker. Er waren geen verschillen
in de HRs voor verpleegkundigen en vrouwen met andere beroepen.
1. Koppes LLJ, Geuskens GA, Pronk A et al. Night
work and breast cancer risk in a general population prospective cohort study in
The Netherlands. Eur J Epidemiol 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)