Prof.
Andreas Hochhaus (Universitätsklinikum Jena) en collega’s publiceren online in Leukemia een analyse van het effect van onderhoudsbehandeling met interferon alfa 2a (IFN)
op de mogelijkheid om te stoppen met de behandeling in CML.1 De
analyse is gebaseerd op uitkomsten van twintig CML-patiënten die upfront waren
behandeld met imatinib en IFN, gevolgd door IFN monotherapie om cytogenetische
of moleculaire remissie te handhaven na stoppen met imatinib.
Na mediane
follow-up van 7,94 jaar (range 5,2 tot 12,2 jaar) was de recidiefvrije
overleving 73% (8 van 11 patiënten) onder patiënten met imatinib-discontinuering
in MMR en 84% (5 van 6) onder patiënten met imatinib-discontinuering in MR4/MR4,5.
Tien patiënten stopten met IFN na mediaan 4,5 jaar (range 0,24 tot 9,3 jaar).
Na mediaan 2,8 jaar (range 0,7-5,1 jaar) zijn negen van deze tien patiënten nog
steeds in behandelingsvrije remissie met MR5 (n=6) en MR4,5
(n=3). De vier patiënten die nog steeds IFN gebruiken zijn respectievelijk in
stabiele MR5, MR4,5, MR4 en MMR.
De
onderzoekers concluderen dat IFN/imatinib-inductie gevolgd door tijdelijke IFN-onderhoudsbehandeling
voor CML stoppen van de behandeling in tenminste MMR mogelijk kan maken.
1.Burchert A, Saussele S, Eigendorff E et al.
Interferon alpha 2a (IFN) maintenance therapy may enable high rates of
treatment discontinuation in chronic myeloid leukemia (CML. Leukemia 2015; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)