Mammacarcinoompatiënten met T1N0 of T2N0 ziekte en één of twee positieve SLNs wordt ALND aangeraden in geval van extranodale extensie (ENE). Dr. Audrey Choi (Loma Linda University) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de impact van de grootte van ENE op residuele axillaire nodale belasting en uitkomsten in deze patiënten. De studie is gepubliceerd in JAMA Surgery.¹ Deelneemsters aan de retrospectieve cohortstudie waren patiënten die tussen begin 2000 en eind 2012 in Loma Linda SLN-dissectie ondergingen.

Van de 208 patiënten hadden 149 geen ENE (71,6%), 21 ENE 2 mm of kleiner (10,1%), en 39 ENE groter dan 2 mm (18,3%). De mediane follow-up was 60 maanden (range 1-158 maanden). Het mediane aantal positieve lymfeklieren verschilde significant tussen de groep zonder ENE (1,72) en de groep met ENE 2 mm of kleiner (3,22; p<0,001) en de groep met ENE groter dan 2 mm (4,26; p<0,001). Er waren vergelijkbare patronen voor mediane aantallen nonsentinel lymfekliermetastasen: 0,48 in de groep zonder ENE versus 1,91 in de groep met ENE 2 mm of kleiner (p=0,02) en 2,95 in de groep met ENE groter dan 2 mm (p<0,001).

Voor de groep zonder ENE versus de groep met ENE 2 mm of kleiner waren er geen significante verschillen in recidief op afstand (2,7% versus 4,8%; p=0,62) of mortalitet (12,1% versus 19,1%; p=0,48). Voor de groep zonder ENE versus de groep met ENE groter dan 2 mm waren er ook geen significante verschillen in recidief op afstand (2,7% versus 10,5%; p=0,19) of mortaliteit (12,1% versus 23,7%; p=0,07).

De onderzoekers concluderen dat aanwezigheid van ENE bij SLN-dissectie geassocieerd is met N2-ziekte. Ondanks grotere nodale belasting waren er geen significante verschillen in recidief of overleving tussen patiënten zonder ENE en patiënten met ENE 2 mm of kleiner.

1.Choi AH, Blount S, Perez MN et al. Size of extranodal extension on sentinel lymph node dissection in the American College of Surgeons Oncology Group Z0011 trial era. JAMA Surg 2015; epub ahead of print