Lanreotidebehandeling is geassocieerd met significante verlenging van de progressievrije overleving onder patiënten met metastatische enteropancreatische neuro-endocriene tumoren graad 1 of 2. Zo luidt de conclusie uit de CLARINET-studie, waarvan de uitkomsten gepubliceerd zijn in het New England Journal of Medicine.¹ Eerste auteur van de publicatie is prof. Martyn Caplin (Royal Free Hospital, Londen).

Somatostatine-analogen worden vaak gebruikt voor het behandelen van symptomen die zijn geassocieerd met hypersecretie van hormonen bij neuro-endocriene tumoren. Er zijn nog niet gegevens over de antitumor werkzaamheid van somatostatine-analogen bekend, aldus de auteurs. CLARINET was een gerandomiseerde dubbelblinde studie bij 204 patiënten in acht landen. De deelnemers waren patiënten met gevorderde somatostatinereceptor-positieve NET graad 1 of 2 (tumorproliferatie-index < 10%). Ze werden gerandomiseerd naar behandeling met lanreotide 120 mg of placebo iedere 28 dagen gedurende 96 weken. De meeste (96%) patiënten hadden geen tumorprogressie in de drie tot zes maanden voor randomisatie.

Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving. In de lanreotidegroep werd de mediane PFS niet bereikt. In de placebogroep bedroeg de mediane PFS 18,0 maanden (HR 0,47; p<0,001). Het percentage patiënten zonder progressie na 24 maanden bedroeg 65,1% (95%-bti 54-74) in de lanreotidegroep en 33,0% (95%-bti 23,0-43,3) in de placebogroep. Het therapeutisch effect van lanreotide in geprespecificeerde subgroepen was over het algemeen consistent met dat in de gehele deelnemerspopulatie. Er waren geen significante verschillen tussen beide groepen in de kwaliteit van leven of overall survival. De meest frequente behandelingsgerelateerde bijwerking was diarree (26% van de deelnemers in de lanreotidegroep tegen 9% in de placebogroep).

1.Caplin ME, Pavel M, Cwikla JB et al. Lanreotide in metastatic enteropancreatic neuroendocrine tumors. N Engl J Med 2014;371:224-233