Overlevers
van Hodgkin’s lymfoom (HL) die als volwassenen behandeld zijn hebben een risico
van late effecten van de therapie. Dr. Matthew Matasar (Memorial
Sloan-Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren vandaag online
in het Journal of the National Cancer Institute
een analyse van late morbiditeit en mortaliteit van volwassenen die voor HL zijn
behandeld.1 De analyse is gebaseerd op uitkomsten van 746 patiënten
die tussen 1975 en 2000 in een eerstelijns studie bij Sloan-Kettering zijn
behandeld.
Na follow-up
van mediaan 22 jaar waren 227 patiënten (30,4%) overleden; 107 aan HL en 120
aan andere oorzaken, waaronder 52 aan tweede primaire maligniteiten (SPM) en 27
aan cardiovasculaire ziekte. Tijdens de loop van de follow-up bleef het risico
van all-cause en SPM-specifiek overlijden hoger dan voorspeld door normatieve
gegevens.
Van 238
overlevende patiënten waren morbiditeitsgegevens beschikbaar. Van deze
patiënten rapporteerde 94,1% tenminste één morbiditeit; 47,5% rapporteerde
tenminste één graad 3 of 4 morbiditeit; en 20,2% rapporteerde twee of meer
graad 3 morbiditeiten. Tot de veel gerapporteerde morbiditeiten behoorden
cardiovasculaire ziekte (54,6%), endocriene ziekte (68,5%), pulmonaire ziekte (21,4%),
en niet-fatale secundaire maligniteit (23,1%). De overlevers rapporteerden
frequent angststoornis, depressie en angst voor recidief.
De
onderzoekers stellen dat er behoefte is aan richtlijnen voor preventie,
screening en management van late effecten in volwassen overlevers van HL.
1.Matasar MJ, Ford JS, Riedel ER et al. Late
morbidity and mortality in patients with Hogkin’s lymphoma treated during
adulthood. J Natl Cancer Inst 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)