Preoperatieve lokalisering van de schildwachtklier (SNL) met subareolaire injectie van technetium-99m zwavel colloïd (Tc^99mSC) is geassocieerd met significante pijn. Gebruik van lidocaïne tijdens SNL is niet algemeen geaccepteerd vanwege de zorg dat het de identificatie van de schildwachtklier kan bemoeilijken, en zo de diagnostische accuratesse van de SNL kan verminderen. Dr. Vered Stearns (Johns Hopkins University, Baltimore MD) en collega’s hebben onderzocht of deze zorg terecht is. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment.¹

De onderzoekers vergeleken de uitkomsten van SNL in een prospectief cohort van patiënten (n=105) die in 2011 en 2012 bij Johns Hopkins lidocaïne kregen voor de Tc^99mSC-injectie, met die in een retrospectief cohort van patiënten (n=187) die geen lidocaïne kregen. De vrouwen in beide cohorten hadden vergelijkbare demografische en tumor-karakteristieken. De post-lidocaïne SNL was 95% met Tc^99mSC, en 100% met toevoeging van intra-operatief methyleenblauw. De pijnscores voor en na de SNL waren gelijk. In het niet-lidocaïne cohort was het succes van de SNL niet groter dan in het lidocaïne-cohort (p=0,194).

De onderzoekers concluderen dat toediening van lidocaïne gedurende de SNL pijn voorkomt en het succes van de SNL niet vermindert. Bij Johns Hopkins wordt tegenwoordig lidocaïne gebruikt bij alle SNLs.

1.Stearns V, Blackford A, Kessler J et al. Diagnostic accuracy of sentinel node identification is maintained with the addition of local lidocaine and subareolar radioactive colloid injection. Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print