Polyfarmacie
wordt vaak gedefinieerd als gebruik van vijf of meer medicaties. Er is echter
geen duidelijkheid over het optimale polyfarmacie-afsnijpunt voor het
voorspellen van klinisch belangrijke bijwerkingen in oudere kankerpatiënten. Dr.
Simon Bell (Monash University, Melbourne) en collega’s hebben een studie van
dit onderwerp uitgevoerd in een cohort van 385 patiënten in de leeftijd van
zeventig jaar en ouder (mediaan 76,6 jaar) die werden behandeld bij een outpatient clinic in Melbourne. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Supportive Care in Cancer.1
Het optimale
polyfarmcacie-afsnijpunt was 6,5 medicaties voor het voorspellen van
fragiliteit (specificiteit 67,0%; sensitiviteit 70,0%), fysiek functioneren
(80,2% en 49,3%), en Karnofsky Performance (69.8% en 52,1%). Voor het
voorspellen van vallen was 5,5 medicaties het optimale afsnijpunt (59,2% en
73,0%), en voor het voorspellen van uitputting 3,5 medicaties (43,3% en 74,5%).
Bij de vijf-of-meer-medicaties definitie van polyfarmacie waren de
specificiteit en sensitiviteit voor fragiliteit 44,9% en 77,5%, voor fysiek
functioneren 58,0% en 69,7%, voor KPS 47,7% en 69,4%, voor vallen 44,5% en
75,7%, en voor uitputting 52,6% en 64,1%. De optimale afsnijpunten waren niet
anders als de patiënten werden gestratificeerd volgens leeftijd, geslacht,
comorbiditeiten en gebruik van analgetica.
De
onderzoekers concluderen dat er niet één enkel optimaal polyfarmacie-afsnijpunt
voor het voorspellen van bijwerkingen in oudere kankerpatiënten bestaat. De
gebruikelijke five-or-more-medications definitie is een redelijke benadering
voor het identificeren van patiënten met een hoog risico.
1.Turner JP, Jamsen KM, Shakib S et al.
Polypharmacy cut-points in older people with cancer: how many medications are
too many? Supp Care Cancer 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)