PSA-recidief
na radicale prostatectomie kan jaren voorafgaan aan metastasering. In een studie die vandaag wordt gepubliceerd in Clinical
Cancer Research berekenen Amerikaanse onderzoekers het risico van
overdetectie.1 Dr. Ruth Etzioni
(Fred Hutchinson Cancer Research Center, Seattle) en haar collega’s gingen
voor hun analyses uit van de tijd die verliep tussen de toename van het PSA en
de waargenomen metastasering bij 441 patiënten die radicale prostatectomie
hadden ondergaan en geen salvage therapy
kregen. In de analyses betrokken ze ook gegevens uit de SEER-database die
betrekking hadden op other-cause survival
van patiënten na radicale prostatectomie. Ze schattten de kans dat other-cause death vooraf zou gaan aan
klinische metastastering aan de hand van gegevens van 4455 patiënten met
verschillende ziektekarakteristieken bij diagnose uit de CaPSURE database.
De
cumulatieve incidentie van PSA-recidief in CaPSURE was 13,6% na vijf jaar en
19,9% na tien jaar. Het risico van overlijden aan een andere oorzaak dan
prostaatkanker was in SEER 60% lager dan in de leeftijd-gematchte Amerikaanse
bevolking. Uit de analyses blijkt dat tenminste 9,1% van de patiënten met een
PSA-recidief voor het vijfde jaar na prostatectomie aan een andere oorzaak dan
prostaatkanker zal overlijden. Dit geldt voor tenminste 15,6% van de patiënten
met een PSA-recidifief tussen vijf en tien jaar na prostatectomie. Van de
patiënten die bij de diagnose ouder waren dan 70 jaar en bij wie binnen tien
jaar na de diagnose PSA-recidief werd vastgesteld, was bij 31,4% sprake van
overdetectie.
1.Xia J, Trock BJ, Gulati R et al. Overdetection
of recurrence after radical prostatectomy: estimates based on patient and tumor
characteristics. Clin Cancer Res 2014;20:5302-5310
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)