Er is overtuigend bewijs dat gecombineerde oestrogeen-progestin therapie (EPT) het risico van mammacarcinoom verhoogt. Het effect van andere formulering van hormoontherapie en toedieningsroutes is echter niet duidelijk. Alleen-oestrogeentherapie (ET) is niet of slechts zwak geassocieerd met het risico van mammacarcinoom. Prof. Solveig Hofvind (Kankerregistratie van Noorwegen, Oslo) en collega’s hebben effecten van hormoontherapie met ET, EPT, en tibolone op het risico van invasief mammacarcinoom in Noorwegen geanalyseerd. De uitkomsten van de analyses zijn online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.¹

De analyses hebben betrekking op 686.614 Noorse vrouwen die in januari 2004 45 tot 79 jaar oud waren. Van deze vrouwen hadden er 178.383 (26%) hormoontherapie voorgeschreven gekregen. Tijdens de follow-up tot eind 2008 (gemiddeld 4,8 jaar) werden in het cohort 7910 invasieve mammacarcinomen geregistreerd. Vergeleken met niet-HT gebruiksters hadden gebruiksters van oestradiol-norethisteronacetaat (NETA)-EPT een relatief risico van 2,74 (95%-bti 2,55-2,95). Gebruiksters van de hoge-dosering oestradiol-NETA formulering Kliogest hadden een RR van 3,26 (95%-bti 2,84-3,73) en gebruiksters van lage-dosering Activelle hadden een RR van 2,76 (95%-bti 2,51-3,04). Gebruiksters van tibolone hadden een RR van 1,91 (95%-bti 1,61-2,28) en gebruiksters van ET met oraal respectievelijk transdermaal oestradiol hadden een RR van 1,40 (95%-bti 1,16-1,68) respectievelijk 1,40 (95%-bti 1,00-1,95).

De onderzoekers concluderen dat gebruik van preparaten van oestradiol-NETA en tibolone geassocieerd is met verhoogd risico van mammacarcinoom. Een extra geval van mammarcinoom valt te verwachten bij een jaar gebruik van oestradiol-NETA door 259 vrouwen of bij een jaar gebruik van tibolone door 475 vrouwen.

1.Romàn M, Sakshaug S, Graff-Iversen S et al. Postmenopausal hormone therapy and the risk of breast cancer in Norway. Int J Cancer 2015; epub ahead of print