Er is
discussie over de prognostische rol van tumorsubtypen in male breast cancer (MaBC), schrijven dr. José Leone (Holden
Comprehensive Cancer Center, Iowa City) en collega’s in een publicatie die
vandaag online is in Breast Cancer
Research and Treatment.1 In de publicatie presenteren ze uitkomsten van een studie van dit onderwerp. De
onderzoekers identificeerden in de SEER-database 960 MaBC-patiënten die waren
behandeld tussen begin 2010 en eind 2012, en van wie het tumorsubtype bekend
was. De patiënten werden op basis van deze informatie onderverdeeld in vier
categorieën: HR-positief/HER2-negatief (84,9%), HR-positief/HER2-positief
(11,6%), HR-negatief/HER2-positief (0,6%), en triple-negatief (TN: 2,9%).
De
TN-patiënten waren jonger, hadden hogere graad tumoren, presenteerden zich met
meer gevorderd stadium, ondergingen vaker mastectomie, en hadden een hogere mammaspecifieke
mortaliteit (p<0,05 voor alle vergelijkingen). In univariate analyse was
HER2-positiviteit geassocieerd met kortere overall
survival (HR 1,90; p=0,031) en hadden TN-patiënten een slechtere prognose
(HR 5,10; p=0,0004). In multivariate analyse hadden oudere patiënten, patiënten
met stadium IV, en patiënten met TN-tumoren significant slechtere OS.
De
onderzoekers concluderen dat naast leeftijd en stadium ook tumorsubtype van
invloed is op overleving in MaBC.
1.Leone JP, Leone J, Zwenger AO et al. Prognostic
significance pf tumor subtypes in male breast cancer: a population-based study.
Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)