Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Prognostische en predictieve waarde van PAM50 intrinsieke subtypes in MA.21-studie

(0)2015-01-03 14:40   ( Nieuws )

Dr. Torsten NielsenPAM50-gedefinieerde intrinsieke subtypes mammacarcinoom en risk-of-relapse (ROR) scores zijn prognostisch en predictief voor endocriene therapie en sommige typen chemotherapie. Dr. Torsten Nielsen (University of British Columbia, Vancouver) en collega’s publiceren online in Breast Cancer Research and Treatment een studie van de prognostische en predictieve waarde van PAM50-klassering in de NCIC GTG MA.21 studie.1 Deelneemsters aan MA.21 waren 2104 patiënten in de leeftijd van zestig jaar of jonger, met klierpositieve of hoog-risico kliernegatieve ziekte. De patiënten werden gerandomiseerd naar doxorubicine, cyclofosfamide en paclitaxel (AC/T), dose-intense cyclofosfamide, epirubicine en fluorouracil (CEF), of dose-dense dose intense epirubicine, cyclofosfamide en paclitaxel (EC/T). De mediane follow-up was 8 jaar. Nielsen en collega’s konden voor 1094 patiënten het PAM50 intrinsieke subtype bepalen. Van deze patiënten was 27% luminal A, 23% luminal B, 18% HER2E, en 32% basal-like.

CEF en EC/T waren superieur aan AC/T (p=0,01). Hogere continue ROR was in multivariate analyse geassocieerd met slechtere recidiefvrije overleving (p=0,03), hoewel categorische ROR noch prognostisch noch predictief was. Intrinsieke subtypes hadden een significant multivariat prognostisch effect op de recidiefvrije overleving (p=0,002). Vergeleken met luminalA waren de HRs 1,48 (95%-bti 0,92-2,37) voor luminal B; 2,68 (95%-bti 1,60-4,48) voor HER2E; en 1,97 (95%-bti 1,10-3,53) voor basal-like. Intrinsieke subtypes waren niet predictief voor profijt van behandeling (AC/T versus EC/T + CEF), maar uit subgroepanalyse bleek dat non-luminal versus luminal predictief was voor profijt van taxaan (EC/T versus CEF; p=0,05).

De onderzoekers concluderen dat zowel PAM50 intrinsieke subtypes als continue ROR significante prognostische effecten hadden op de recidiefvrije overleving in mammacarcinoompatiënten die werden behandeld met CEF, EC/T, en AC/T. Non-luminal en luminal tumoren vertoonden een verschillende respons op EC/T (met taxaan) versus CEF.

1.Liu S, Chapman J-AW, Burnell MJ et al. Prognostic and predictive investigation of PAM50 intrinsic subtypes in the NCIC GTG MA.21 phase III chemotherapy trial. Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren