Prof. Anthony
Swerdlow (Institute of Cancer Research, Sutton VK) en collega’s analyseerden
dossiers van 1903 patiënten die tussen 1958 en 2000 in het Charing Cross
Hospital in Londen chemotherapie hadden gekregen voor gestationele
trofoblasttumoren. Eindpunten van de analyse waren tweede maligniteit en vroege menopauze. De uitkomsten van de
analyse zijn online gepubliceerd in het Journal
of Clinical Oncology.1
De mediane
follow-up was 16,9 jaar. Een tweede maligniteit werd gezien bij 86 patiënten,
vergeleken met een verwacht aantal van 79 (SIR 1,1; 95%-bti 0,9-1,3). Het
algemene risico van tweede maligniteit was laag voor patiënten die waren
behandeld met methotraxaat en folinezuur (MTX-FA; SIR 0,7; 95%-bti 0,5-1,1) en
ook voor patiënten die waren behandeld met etoposide, methotrexaat en
dactinomycine gevolgd door cyclofosfamide en vincristine in alternerende weken
(EMA-CO; SIR 0,9; 95%-bti 0,4-2,2). Er waren na EMA-CO wel significant
verhoogde risico’s van mondcarcinoom, melanoom, meningioom en leukemie. Het
cumulatieve risico van vroege menopauze was laag na MTX-FA, maar substantieel
na EMA-CO: 13% op de leeftijd van 40 jaar, en 36% op de leeftijd van 45 jaar.
De
onderzoekers concluderen dat patiënten die met moderne chemotherapie genezen
zijn van gestationele trofoblasttumor geen verhoogd risico hebben van tweede
maligniteit. Er was wel een verhoogd risico van leukemie en andere specifieke
maligniteiten (gebaseerd op kleine patiëntenaantallen. Alle majeure
behandelingen behalve MTX-FA verhoogden het risico van vroege menopauze.
1.Savage P, Cooke R, O’Nions J et al. Effects of
single-agent and combination chemotherapy for gestational trophoblastic tumors
on risks of second malignancy and early menopause. J Clin Oncol 2014; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)