Er komen
steeds meer aanwijzingen voor de bruikbaarheid van circulerende microRNAs voor
de diagnose van colorectaalcarcinoom, maar het is nog niet duidelijk of miRNAs
ook kunnen worden gebruikt voor de detectie van vroege colorectaalneoplasmen (CRNs).
Dr. Ajay Goel (Baylor University, Dallas) en collega’s hebben een studie aan
deze vraag gewijd. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Clinical Cancer Research.1
Op basis van
de literatuur selecteerden de onderzoekers negen miRNAs voor initiële analyse.
Ze bepaalden de niveaus van deze miRNAs in een cohort van 237 serummonsters van
148 patiënten met precancerous lesies,
twaalf CRC-patiënten, en 77 gezonde personen. De onderzoekers vonden drie
miRNAs (miR-21, miR-29a, en miR-125b) waarvan de niveaus significant hoger
waren in de sera van de patiënten met vroege CRN dan in de sera van de gezonde
controlepersonen.
In de
validatiefase werden verhoogde niveaus van miR-21, miR-29a, en miR-125b in
vroege CRN bevestigd in een onafhankelijke set deelnemers. De AUC voor het
onderscheiden van patiënten met vroege CRN van gezonde controlepersonen was
0,706 voor miR-21; 0,741 voor miR-29a; 0,806 voor miR-125b; en 0,827 voor de
combinatie van de drie miRNAs. Serumniveaus van miR-29a en miR-125b waren
significant hoger in patiënten met alleen kleine CRNs (5 mm of kleiner) dan in
gezonde controles.
De
onderzoekers concluderen dat deze uitkomsten aangeven dat het mogelijk is
vroege CRN niet-invasief op te sporen.
1.Yamada A, Horimatsu T, Okugawa Y et al. Serum
miR-21, miR-29a and miR-125b are promising biomarkers for the early detection
of colorectal neoplasia. Clin Cancer Res 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)