In klinische studies is gezien dat
bisfosfonaatbehandeling resulteert in verbetering van de overleving van
borstkankerpatiënten, onafhankelijk van de antiresorptieve effecten in het
skelet. De precieze mechanismen van deze antitumor-werkzaamheid van
bisfosfonaten zijn onduidelijk. Onderzoekers uit Australië, Schotland en de
Verenigde Staten publiceren online in Cancer
Discovery een studie die enig licht werpt op dit mechanisme.1
Prof.
Michael Rogers (Garvan Institute, Sydney) en collega’s hebben met intravital two-photon microscopy 4T1-mammatumoren
van muizen bestudeerd. Ze zagen dat fluorescerend bisfosfonaat uit de
vasculatuur lekt en gebonden wordt aan granulaire microcalcificaties die worden
opgenomen door tumor-geassocieerde macrofagen (TAMs), naar niet door
tumorcellen. Ze zagen ook opname van radiogelabeld bisfosfonaat in de primaire
borsttumor van een patiënte, en toonden aan dat de geresecteerde tumor geïnfiltreerd
was met TAMs, en vergelijkbare granulaire microcalcificaties bevatte. De
onderzoekers stellen dat deze gegevens de eerste overtuigende in vivo
aanwijzingen zijn voor de veronderstelling dat cellen in tumoren buiten het
skelet targets zijn voor bisfosfonaten, en dat de antitumor-werkzaamheid van
bisfosfonaten waarschijnlijk wordt gemedieerd door TAMs.
1.Junankar S, Shay G, Jurczyluk J et al. Real-time
intravital imaging establishes tumor-associated macrophages as the
extraskeletal target of bisphosphonate action in cancer. Cancer Discov 2014;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)