Dr.
Christopher Riedl (Medische Universiteit Wenen) en collega’s publiceren online
in het Journal of Clinical Oncology een
vergelijking van mammografie, ultrasound en MRI voor de screening op mammacarcinoom.1
Deelneemsters aan de studie waren vrouwen met een BRCA-mutatie of een hoog familiaal
risico van mammacarcinoom (levenslang risico hoger dan 20%). De vrouwen werden
iedere twaalf maanden gescreend met alle drie de technieken. De 559
deelneemsters ondergingen tezamen 1365 screeningsronden.
De
sensitiviteit van MRI (90,0%) was significant (p<0,001) hoger dan die van mammografie
(37,5%) en ultrasound (37,5%). Er werden veertig mammacarcinomen gedetecteerd;
achttien (45%) alleen door MRI en twee (5%) alleen door mammografie (beide DCIS
met micro-invasie of minder dan 10 mm invasief gebied). Er waren geen mammacarcinomen
die alleen door ultrasound werden gedetecteerd. Er werden veertien DCISs
gedetecteerd: alle door MRI, vijf (35,7%) door mammografie, en vijf (35,7%) door
ultrasound. Leeftijd, mutatiestatus en borstdichtheid hadden geen invloed op de
sensitiviteit van MRI of op de superioriteit van MRI boven mammografie en ultrasound.
De
onderzoekers concluderen dat MRI vroege detectie van familiaal mammacarcinoom
mogelijk maakt, onafhankelijk van leeftijd, borstdichtheid, of risicostatus van
de patiënt. De toegevoegde waarde van mammografie is beperkt, en ultrasound
voegt geen waarde toe aan de screening.
1.Riedl CC, Luft N, Bernhart C et al.
Triple-modality screening trial for familial breast cancer underlines the
importance of magnetic resonance imaging and questions the role of mammography
and ultrasound regardless of patient mutation status, age, and breast density.
J Clin Oncol 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)