Prof. Robert Goldsby (University of California in San Francisco) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van het risico van tweede maligne neoplasmen (SMN) in adolescente en jongvolwassen (AYA) overlevers van kanker. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Cancer.¹ De analyses zijn gebaseerd op gegevens in de SEER database van kinderen (leeftijd bij diagnose tot vijftien jaar), AYAs (leeftijd vijftien tot veertig jaar) en oudere volwassenen tussen 1973 en 2011. De onderzoekers vergeleken het SMN-risico vijf jaar of langer na de primaire diagnose.

De onderzoekers identificeerden 148.588 AYA-overlevers, van wie er 7384 vijf jaar of langer na de primaire diagnose een SMN ontwikkelden. De Standardized Incidence Ratio was 1,58 (95%-bti 1,55-1,62) voor AYAs; 4,26 (95%-bti 3,77-4,80) voor kinderen; en 1,10 (95%-bti 1,09-1,11) voor oudere volwassenen. Het Absolute Excess Risk was 22,9 voor AYAs; 16,6 voor kinderen; en 14,7 voor oudere volwassenen. De cumulatieve incidentie van SMN na dertig jaar was 13,9% in de AYA-groep. De meest-voorkomende SMNs in AYAs waren maligniteiten van borst, maag/darm, genitaliën en melanoom. AYAs die radiotherapie hadden gekregen hadden een verhoogde cumulatieve incidentie van SMNs.

De onderzoekers concluderen dat AYA vijf-jaars overlevers van kanker een hoger relatief risico van SMN hebben vergeleken met de algemene bevolking en een hoger absoluut risico van SMN hebben dan jongere of oudere overlevers van kanker.

1.Lee JS, DuBois SG, Coccia PF et al. Increased risk of second malignant neoplasms in adolescents and young adults with cancer. Cancer 2015; epub ahead of print