Vemurafenib
heeft robuuste klinische activiteit laten zien voor gevorderd/metastatisch
melanoom met BRAFV600-mutatie. De multinationale BRIM8-studie was
opgezet om de waarde van vemurafenib te onderzoeken in de adjuvante setting
voor BRAFV600-gemuteerd melanoom met hoog risico van recidief. Dr.
Karl Lewis (University of Colorado, Aurora) presenteerde de studie gisteren op
de ESMO Annual Meeting in Madrid.1
De studie includeerde patiënten in twee cohorten: 314 patiënten na volledige
resectie voor stadium II, IIIA, of IIIB melanoom (cohort 1) en 184 patiënten na
volledige resectie voor stadium IIIC melanoom (cohort 2).
De patiënten
werden 1:1 gerandomiseerd naar vemurafenib 960 mg tweemaal daags of placebo
gedurende een jaar. De mediane follow-up
was 31 maanden in cohort 1 en 34 maanden in cohort 2. Het primaire eindpunt van
de studie was ziektevrije overleving. In cohort 1 was de mediane DFS niet
bereikt met vemurafenib versus 36,9 maanden met placebo (HR 0,54; p=0,0010). In
cohort 2 was de mediane DFS 23,1 maanden met vemurafenib versus 15,4 maanden
met placebo (HR 0,80; p=0,2598). Voor beide cohorten tezamen was de mediane DFS
niet-bereikt met vemurafenib verus 25,8 maanden met placebo (HR 0,65;
p=0,0013). In cohort 1 was de distante-metastasevrije overleving eveneens beter
in de vemurafenib-arm dan in de placebo-arm (HR 0,58; p=0,0133). Dit was niet
het geval in cohort 2 (HR 0,91; p=0,6815) maar wel in beide cohorten tezamen
(HR 0,70; p=0,0265). De overall survival
data zijn nog niet matuur.
Ernstige adverse events in de vemurafenib-arm
werden gezien in 16% in beide cohorten. Discontinuering vanwege AEs in de
vemurafenib-arm was noodzakelijk in 22,7% van de patiënten in cohort 1 en 15,1%
in cohort 2.
De
onderzoekers concluderen dat adjuvant vemurafenib effectief was en verdragen
werd in patiënten met geresecteerd stadium IIC, IIIA, en IIIB melanoom met BRAFV600-mutatie.
1. Lewis KD et al. ESMO Annual Meeting 2017; abstr.
LBA7
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)