Prof.
Mauricette Michallet (Université Claude Bernard, Lyon) en haar collega’s van de
Chronic Malignancies Working Party
van de European Society for Blood and
Marrow Transplantation hebben een inventarisatie uitgevoerd van het gebruik
en de uitkomsten van allogene hematopoïetische stamceltransplantatie voor
multipel myeloom in Europa tussen januari 1990 en december 2012. De inventarisatie wordt vandaag online gepubliceerd in Leukemia.1
De
onderzoekers identificeerden 7333 patiënten (4539 mannen; 62%), met een mediane
leeftijd bij transplantatie van 51 jaar (range 18 tot 79 jaar). Er waren 1924
patiënten die upfront alloHSCT kregen, 2004 die tandem auto-alloHSCT kregen, en
3405 die alloHSCT kregen als behandeling in tweede of latere lijn. In de loop
van de studieperiode was er een gestage toename van het aantal alloHSCTs.
Het gebruik
van upfront alloHSCT nam tot tot het jaar 2000, gevolgd door een afname tot 12%
van de alloHSCTs in 2012. Tandem auto-alloHSCT bereikte een piek rond het jaar
2004 en nam vervolgens af tot 19% van de alloHSCTs in 2012. AlloHSCT als
salvage na één tot drie autografts nam gestaag toe tot 69% van de alloHSCTs in
2012. Na 2004 was de vijf-jaars overleving na het tijdstip van transplantatie 42%
voor upfront alloHSCT, 54% voor tandem auto-alloHSCT, en 32% voor alloHSCT in
tweede of latere lijn.
De
onderzoekers concluderen dat het gebruik van alloHSCT in Europa toeneemt, met
name in tweede en latere lijn van behandeling.
1.Sobh
M, Michallet M, Gahrton G et al. Allogeneic hematopoietic cell transplantation for multiple myeloma in
Europe: Trends and outcomes over 25 years. A study by the EBMT CMWP. Leukemia
2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)