Hepatitis
B-virus (HBV) is een belangrijke risicofactor voor levercelcarcinoom (HCC).
Antivirale middelen zoals nucleoside-analogen zijn geassocieerd met verlaging
van het HCC-risico in patiënten met chronische hepatitis B, maar het risico
blijft substantieel. Bovendien is antivirale therapie niet geïndiceerd voor
veel HBV-dragers. Een studie in Taiwan heeft onderzocht wat de impact is van
aspirinetherapie op het HBV-gerelateerde HCC-risico. Prof. Chun-Ying Wu (Taipei
Veterans General Hospital) en collega’s publiceren de studie vandaag online in JAMA Internal
Medicine.1
De Taiwan-brede
cohortstudie is gebaseerd op gegevens van een verzekeringsdatabase die gegevens
omvat van 99% van de Taiwanese bevolking (ruim 23 miljoen personen). De
onderzoekers screenden 204.507 patiënten met chronische hepatitis B gedurende
begin 1997 tot eind 2012. Na exclusie van patiënten met mogelijk verstorende
aandoeningen vonden de onderzoekers 2123 patiënten die dagelijks gedurende
tenminste negentig dagen aspirine hadden gekregen voor verschillende
aandoeningen, vooral cardiovasculaire ziekte. De mediane duur van de
aspirinetherapie was 3,1 jaar (IQR 1,2-6,0) en 98,0% van de patiënten gebruikte
minder dan 100 mg/d. Deze patiënten werden 1:4 gematcht met 8492 patiënten die
geen aspirine voorgeschreven hadden gekregen. HCC-risicofactoren verschilden
niet significant tussen beide groepen.
Onder de
10.615 patiënten in de analyse waren 7690 mannen (72,4%). De gemiddelde
leeftijd was 58,8 jaar (SD 11,8). De cumulatieve incidentie van HCC in de aspirinegroep was significant lager dan in
de niet-aspirinegroep (na vijf jaar 5,20% versus 7,87%; p<0,001). In
multivariate analyse was aspirinetherapie onafhankelijk geassocieerd met
verlaagd HCC-risico (HR 0,71; p<0,001). Deze associatie werd gezien in alle
geanalyseerde subgroepen. Los van aspirinetherapie was het HCC-risico verhoogd
in oudere patiënten (HR 1,01 per jaar; 95%-bti 1,00-1,02), mannen (HR 1,75;
95%-bti 1,43-2,14), en patiënten met cirrose (HR 2,89; 95%-bti 2,45-3,40); en
verlaagd in gebruikers van nucleoside-analogen (HR 0,54; 95%-bti 0,41-0,71) en
gebruikers van statines (HR 0,62; 95%-bti 0,42-0,90).
De
onderzoekers concluderen dat dagelijks-aspirinetherapie geassocieerd zou kunnen
zijn met verlaagd risico van HBV-gerelateerd HCC.
1.Lee
T-Y, Hsu Y-C, Tseng H-C et al. Association
of daily aspirin therapy with risk of hepatocellular carcinoma in patients with
chronic hepatitis B. JAMA Intern Med 2019; epub ahead of print