Er is
variatie in de respons van lokaal-gevorderd rectumcarcinoom (LARC) op
preoperatieve chemoradiotherapie (CRT). Een studie van The Royal Marsden
(Londen, Verenigd Koninkrijk) heeft onderzocht of circulerend tumor DNA (ctDNA)
een vroege indicator kan zijn van tumorrespons of progressie. Prof. David
Cunningham en collega’s publiceren de studie online in Clinical Cancer Research.1
De studie
includeerde 47 patiënten die preoperatieve CRT kregen voor LARC. De
onderzoekers bepaalden detecteerbaarheid van ctDNA in 243 plasmamonsters die
voor, tijdens, en na CRT werden genomen.
Voor aanvang van de behandeling werd ctDNA gezien in 74% (n=35) van de
patiënten, halverwege de CRT in 21% (n=10), na voltooiing van de CRT in 21%
(n=10), en na chirurgie in 13% (n=3). De ctDNA-status was geassocieerd met
respons van de primaire tumor, bepaald als MRI tumor regression rate (p=0,03).
Tijdens mediaan 26,4 maanden follow-up was de metastasevrije overleving korter
in de patiënten met detecteerbaar ctDNA na voltooiing van de CRT (HR 7,1;
p<0,001), voor en halverwege de CRT (HR (HR 3,8; p=0,02), en zowel voor als
tijdens als na de CRT (HR 11,5; p<0,001); alles vergeleken met patiënten
zonder detecteerbaar of niet-persistent ctDNA. In alle drie patiënten met
detecteerbaar ctDNA na chirurgie werd relapse gezien, versus in geen van de
twintig patiënten met niet-detecteerbaar ctDNA na voltooiing van CRT.
De
onderzoekers concluderen dat detectie van ctDNA patiënten identificeerde met
verhoogd risico van relapse tijdens neoadjuvante CRT en na chirurgie.
1.Khakoo S, Carter PD, Brown G et al.
MRI tumor regression grade and circulating tumor DNA as complemtary tools to
assess response and guide therapy adaptation in rectal cancer. Clin Cancer Res
2019; epub ahead of print
Summary: A study at The Royal Marsden (London,
UK) found that detection of circulating tumor DNA identified LARC patients at
risk of relapse during the neoadjuvant CRT period and post-surgery.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)