Chemotherapie-geïnduceerde
neutropenie (CIN) is geassocieerd met verhoogd risico van infectie in patiënten
met maligniteiten. Dr. Yanli Li (Amgen, San Francisco) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd om inzicht te krijgen in de kwantitatieve associatie van
ernst en duur van CIN met het infectierisico. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Supportive Care in Cancer.1
De
onderzoekers combineerden individuele patiëntgegevens van deelnemers die geen
GCSF kregen tijdens de eerste chemotherapiecyclus in zes studies. De studies
hadden tezamen 271 patiënten met kleincellig longcarcinoom, non-Hodgkin lymfoom,
hoofd-halscarcinoom, of mammacarcinoom. Van de patiënten had 63,8% gevorderde
ziekte, en 77,5% kreeg een chemotherapieregime met een hoog risico van febriele
neutropenie. Tijdens de eerste chemotherapiecyclus werd 18,8% van de patiënten wegens
infectie opgenomen in een ziekenhuis. Elke additionele dag dat patiënten graad 3/4-CIN
hadden was geassocieerd met 28% (95%-bti 7-51%) verhoogd risico van infectie-gerelateerde
hospitalisatie.
De
onderzoekers gebruikten de area over the
curve (AOC) van absoluut neutrofielgetal (ANC) tijd-responscurve als maat
voor het gecombineerde effect van ernst en duur van CIN. Toename van de AOC met
één eenheid (dag x 109/l ANC), met drempelwaarde ANC < 0,5 x 109/l,
was geassocieerd met een significant verhoogd risico van infectie-gerelateerde
hospitalisatie (HR 1,98; 95%-bti 1,35-2,90).
De
onderzoekers concluderen dat het infectierisico dramatisch toeneemt met iedere
additionele dag van graad 3- of 4-CIN.
1.Li
Y, Kippel Z, Shih X et al. Relationship
between severity and duration of chemotherapy-induced neutropenia and risk of
infection among patients with nonmyeloid malignancies. Supp Care Cancer 2016;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)