Pathologisch complete respons (pCR) na neoadjuvante chemoradiotherapie (CRT) is geassocieerd met langere overleving van patiënten met slokdarmcarcinoom. In andere typen solide tumoren is gezien dat langer interval tussen voltooiing van de CRT en timing van de resectie geassocieerd is met hoger percentage patiënten met pCR. Dr. James Dolan (Oregon Health and Science University, Portland) en collega’s hebben deze associatie onderzocht in patiënten met slokdarmcarcinoom. De studie is online gepubliceerd in JAMA Surgery.¹

Tussen januari 2000 en juli 2015 werden in het ziekenhuis van OHSU 529 patiënten met slokdarmcarcinoom behandeld met neoadjuvante CRT; 234 patiënten voltooiden de CRT en ondergingen de geplande oesofagectomie. Van deze patiënten was 97,4% blank; 81,6% man; de mediane leeftijd was 64 jaar (range 58 tot 70 jaar), 88% had adenocarcinoom, en pCR werd gezien in 27,9%. In de groepen met een interval tussen neoadjuvante CRT en oesofagectomie van 0 tot en met 42 dagen, 43 tot en met 56 dagen, 57 tot en met 70 dagen, 71 tot en met 84 dagen, en 99 dagen of langer liep het percentage patiënten met pCR uiteen van 19,2% tot 33,3%. In de groep met een interval van 85 tot en met 98 dagen (n=19) was het percentage met pCR significant hoger (8/19; 42,1%; OR 5,46; p=0,03). Er waren geen significante verschillen in overleving tussen de groepen met verschillende intervallen, ook niet in patiënten met residuele tumor.

De onderzoekers concluderen dat een interval van 85 tot en met 98 dagen tussen voltooiing van de CRT en chirurgische resectie geassocieerd is met optimale pCR in patiënten met slokdarmcarcinoom. Het uitstellen van de resectie tot 99 dagen na de CRT had geen ongunstige impact op de overleving, zelfs niet in patiënten met residuele tumor.

1.Haisley KR, Laird AE, Nabavizadeh N et al. Association of intervals between neoadjuvant chemoradiation and surgical resection with pathologic complete response and survival in patients with esophageal cancer. JAMA Surg 2016; epub ahead of print