Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Associatie van menopauzale hormoontherapie met mammacarcinoom-incidentie en –mortaliteit


Prof. Rowan ChlebowskiVanwege discordante resultaten van observationele studies en gerandomiseerde klinische studies is de impact van menopauzale hormoontherapie (MHT) op het risico van mammacarcinoom (BC) niet duidelijk. Een lange-termijn follow-up analyse van twee Women’s Health Initiative Randomized Clinical Trials heeft deze impact onderzocht. Prof. Rowan Chlebowski (UCLA Medical Center, Torrance) en collega’s publiceren de analyse in JAMA.1



De twee studies, uitgevoerd in veertig centra in de Verenigde Staten, includeerden postmenopauzale vrouwen (leeftijd vijftig tot tachtig jaar) zonder geschiedenis van BC en met een negatief baseline screeningsmammogram. Inclusie vond plaats tussen begin 1993 en eind 1998, en de vrouwen werden gevolgd tot eind 2017. De eerste studie includeerde vrouwen met een intacte uterus, die werden gerandomiseerd naar conjugated equine estrogen plus medroxyprogesteron-acetate (CEE-MPA; n=8506) of placebo (PBO; n=8102). De interventie werd gestopt in 2002, na mediaan 5,6 jaar interventie. De tweede studie includeerde vrouwen met voorafgaande hysterectomie, die werden gerandomiseerd naar alleen CEE (n=5130) of PBO (n=5429). Deze interventie werd gestopt in 2004 na mediaan 7,2 jaar interventie. Primaire uitkomst was incidentie van BC; een secundaire uitkomst was overlijden aan BC.

Onder de 27.347 vrouwen die gerandomiseerd werden (baseline gemiddelde leeftijd 63,2 jaar; SD 7,2) was na meer dan 20 jaar mediane cumulatieve follow-up mortaliteitsinformatie beschikbaar voor meer dan 98%. Onder vrouwen met eerdere hysterectomie was CEE vergeleken met PBO geassocieerd met significant lagere BC-incidentie (238 versus 296 gevallen; 0,30% versus 0,37% per jaar; HR 0,78; p=0,05) en met significant lagere BC-mortaliteit (30 versus 46 gevallen; 0,031% versus 0,046% per jaar; HR 0,60; p=0,04). Onder vrouwen met een intacte uterus was CEE-MPA vergeleken met PBO geassocieerd met significant hogere BC-incidentie (584 versus 447 gevallen; 0,45% versus 0,36% per jaar; HR 1,28; p<0,001) zonder significant verschil in BC-mortalteit (71 versus 53 gevallen; 0,045% versus 0,035% per jaar; HR 1,35; p=0,11).

De onderzoekers concluderen dat onder postmenopauzale vrouwen met eerdere hysterectomie eerder gebruik van CEE vergeleken met PBO geassocieerd was met lagere BC-incidentie en lagere BC-mortaliteit. Onder postmenopauzale vrouwen met een intacte uterus was eerder gebruik van CEE-MPA vergeleken met PBO geassocieerd met hogere BC-incidentie zonder significant verschil in BC-mortaliteit.

1.Chlebowski RT, Anderson GL, Aragaki AK et al. Association of menopausal hormone therapy with breast cancer incidence and mortality during long-term follow-up of the Women’s Health Initiative Randomized Clinical Trials. JAMA 2020;324:369-380

Summary: Long-term follow-up of two WHI Randomized Clinical Trials showed that among women who had a previous hysterectomy, prior randomized use of conjugated equine estrogen (CEE) compared with placebo was associated with lower breast cancer incidence and lower breast cancer mortality. Among women with an intact uterus, prior use of CEE plus medroxyprogesterone acetate compared with placebo was associated with a higher breast cancer incidence but no significant difference in breast cancer mortality.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren