In verscheidene studies is prognostische relevantie gezien van residual cancer burden (RCB) na neoadjuvante chemotherapie (NACT) voor mammacarcinoom. Een gepoolde analyse van 5161 patiënten heeft de associatie tussen RCB na NACT en overleving gekwantificeerd. Dr. Christina Yau (University of California San Francisco) en collega’s publiceren de analyse in The Lancet Oncology.¹

De analyse includeerde volwassen patiënten die tussen augustus 1994 en maart 2019 in twaalf centra in Europa en de Verenigde Staten NACT gevolgd door chirurgie ondergingen voor primair stadium I tot en met III mammacarcinoom. De mediane leeftijd was 49 jaar (IQR 20-80). De mediane follow-up was 56 maanden (IQR 0-186). Het primaire eindpunt van de analyse was gebeurtenisvrije overleving. Tijdens de follow-up werden in het cohort 1164 EFS-gebeurtenissen geregistreerd. RCB was prognostisch binnen ieder mammacarcinoom-subtype. De figuur laat zien dat in het gehele cohort de RCB na NACT geassocieerd was met de EFS. Per toename van RCB met 1 eenheid liep in univariate analyse de EFS-HR uiteen van 1,55 (95%-bti 1,41-1,71) onder patiënten het HR-positief HER2-negatief mammacarcinoom tot 2,16 (1,79-2,61) onder patiënten met HR-negatief HER2-positief mammacarcinoom (met of zonder HER2-gerichte therapie; p<0,001 voor alle subtypen). In multivariate analyse gecorrigeerd voor leeftijd, graad, T-categorie, en nodale status bij baseline bleef RCB prognostisch voor EFS, met HR uiteenlopend van 1,52 (1,36-1,69) in de HR-positieve HER2-negatieve groep tot 2,09 (1,73-2,53) in de HR-negatieve HER2-positieve groep (p<0,001 voor alle subtypen).

De onderzoekers concluderen dat RCB na NACT onafhankelijk prognostisch was voor EFS in alle subtypen van mammacarcinoom.

1.Yau C, Osdoit M, van der Noordaa M et al. Residual cancer burden after neoadjuvant chemotherapy and long-term survival outcomes in breast cancer: a multicentre pooled analysis of 5161 patients. Lancet Oncol 2021; epub ahead of print

Summary: A multicenter pooled analysis of 5161 patients undergoing neoadjuvant chemotherapy followed by surgery for primary stage I to III breast cancer found that residual cancer burden after neoadjuvant chemotherapy was independently prognostic in the whole cohort and in all subtypes of breast cancer.