Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Associatie van stralingsdosering naar hart-substructuren met majeure cardiale gebeurtenissen in NSCLC-patiënten


Dr. Raymond MakRadiotherapie naar de thorax kan het ontstaan van coronaire hartziekte versnellen, maar de effecten van verschillende RT-doseringen naar hart-substructuren in patiënten met NSCLC zijn tot op heden niet systematisch onderzocht. Een retrospectieve cohortstudie van patiënten die tussen november 2003 en februari 2014 in met Harvard University gelieerde ziekenhuizen thorax-radiotherapie kregen voor gevorderd NSCLC heeft de associatie tussen RT-dosering naar verschillende hartstructuren en major cardiac events (MACE) en all-cause mortaliteit geïnventariseerd. Dr. Raymond Mak (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 356 mannen en 345 vrouwen. De mediane leeftijd was 65 jaar (IQR 57-73). De blootstelling van de left anterior descending (LAD) kransslagader was significant geassocieerd met MACE en all-cause mortaliteit, met LAD V15 Gy 10% als optimale afsnijwaarde. Afsnijwaarden voor linker circumflex kransslagader en linker ventrikel waren V15 Gy 14% respectievelijk V15 Gy 1%. Het bestaan van coronaire hartziekte voor aanvang van de behandeling was geassocieerd met het MACE-risico en de mortaliteit.

De onderzoekers concluderen dat optimale stralingsdosering naar de verschillende substructuren van het hart afhangt van al of niet vooraf-bestaande CHD.

1.Atkins KM. Chaunzwa TL, Lamba N et al. Association of left anteriore descending coronary artery radiation dose with major adverse cardiac events and mortality in patients with non-small cell lung cancer. JAMA Oncol 2020.6332

Summary: A retrospective study in Boston found that among patients with advanced NSCLC optimal cardiac RT-dose constraints may differ based on preexisting CHD.


Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren