Er zijn aanwijzingen dat hoge body mass index (BMI) geassocieerd is met betere uitkomsten van immuuncheckpointremming (ICI) voor metastatisch heldercellig niercelcarcinoom (mccRCC). BMI is echter een weinig specifieke maat voor lichaamssamenstelling. Een multicenterstudie in de Verenigde Staten heeft de associatie van BMI en radiografisch bepaalde meer specifieke parameters van de lichaamssamenstelling (BC) met uitkomsten van ICI voor mccRCC geïnventariseerd. Dr. Helena Furberg (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.¹

De studie includeerde 205 ICI-behandelde mccRCC-patiënten (74% mannen) die voor aanvang van de behandeling bepalingen van de BC ondergingen. Overgewicht of obesitas werd gezien in 71% van de patiënten, en lage skeletspierindex (SMI) in 53%. BMI hoger dan 25 kg/m² was geassocieerd met langere overall survival vergeleken met normaal gewicht (HR 0,66; p=0,035). De enige BC-variabele die geassocieerd was met OS was SMI: lage versus hoge SMI HR 1,65; p=0,009). Deze laagste associatie werd echter niet-significant na correctie van IMDC-score en lijn van therapie. Er was geen significante associatie tussen adipositas en OS, en geen enkele BC-variabele was geassocieerd met progressievrije overleving of radiologische respons. Tumoren van patiënten met lage SMI hadden sterkere angiogenese-, inflammatie-, en myeloïde signalen.

De onderzoekers concluderen dat de resultaten een rol van de skeletspier in de BMI-paradox suggereren.

1.Ged Y, Sanchez A, Patil S et al. Associations between body composition features and clinical outcomes in metastatic clear cell renal cell carcinoma patients treated with immune checkpoint blockade. Clin Cancer Res 2022; epub ahead of print

Summary: A retrospective study in the USA found that among patients receiving immuno-checkpoint blockade for metastatic clear cell renal cell carcinoma, high body mass index and high skeletal muscle index were associated with better overall survival. However, the OS association with SMI became non-significant after adjusting for IMDC score and line of therapy.