Atypische,
non-V600 BRAF (aBRAF)-mutaties worden gezien in een gering percentage van de
patiënten met metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC). Op basis van resultaten
van preklinische studies worden aBRAF-mutaties
onderverdeeld in klasse II (intermediaire tot hoge niveaus van
kinase-activiteit, RAS-onafhankelijk)
en klasse III (lage niveaus van kinase-activiteit, RAS-afhankelijk). Een studie van MD Anderson Cancer Center (Houston
TX) heeft de impact onderzocht van deze mutaties op de klinische werkzaamheid van anti-EGFR
behandeling. Dr. Scott Kopetz
en collega’s publiceren de studie online in JCO Precision Oncology.1
De studie
was gebaseerd op gegevens van 2084 mCRC-patiënten van MD Anderson en van een
extern cohort van 5257 circulerend tumor (ct)DNA-monsters. De onderzoekers
vonden BRAF-mutaties in monsters van
257 patiënten, onder wie 36 met aBRAF-mutaties
(22 klasse III, 10 klasseII, 4 niet-geklasseerd). Onder patiënten met aBRAF mCRC was de mediane overall survival 36,1 maanden, zonder
verschil tussen aBRAF-klassen, versus 21,0 maanden onder patiënten met BRAF-V600E gemuteerd mCRC. In
tegenstelling tot de rechtszijdige predominantie van tumoren met BRAF-V600E mutaties, had 53% van de
patiënten met aBRAF-mCRC linkszijdige primaire tumoren. Concurrente RAS-mutaties werden gezien in 33% van de
patiënten met aBRAF-mCRC, en 67% van
de patiënten hadden microsatelliet-stabiele ziekte. Onder patiënten met aBRAF RAS-wildtype mCRC die anti-EGFR
therapie kregen (n=11) werden geen responsen gezien. De mediane tijd op
therapie was 4 maanden (range 1 tot 16). In het ctDNA-cohort was er een hogere
prevalentie van aBRAF-mutaties
(p<0,001) onder anti-EGFR blootgestelde patiënten versus niet-blootgestelde
patiënten.
De
onderzoekers concluderen dat werkzaamheid van anti-EGFR therapie slechts
beperkt is in klasse II en III aBRAF-mCRC.
Detectie van aBRAF-mutaties in ctDNA na EGFR-remming kan wijzen op een nieuw
resistentiemechanisme.
1.Johnson B, Loree JM, Jacome AA et
al. Atypical, non-V600 BRAF mutations as a potential mechanism of resistance to
EGFR inhibition in metastatic colorectal cancer. JCO Precision Oncol 2019; epub
ahead of print
Summary: A retrospective study at MD Anderson
Cancer Center found that efficacy of anti-EGFR therapy is limited in class II and
III atypical, non-V600 BRAF mutated mCRC. Detection of these aBRAF mutations in ctDNA after EGFR
inhibiton may represent a novel mechanism of resistance.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)