Liquide
biopten kunnen de mogelijkheid bieden om effecten van behandelingen te
monitoren. In Kaukasiërs met niet-kleincellig longcarcinoom is KRAS het meest frequent gemuteerde
oncogen. Onderzoekers van het Istituto
Oncologico Veneto (Padua) hebben longitudinaal tijdens behandelingen voor
gevorderd NSCLC dynamische plasma KRAS-genotypering
uitgevoerd om de associatie tussen vroege detectie van KRAS-mutaties in cfDNA en uitkomsten van de behandeling te bepalen.
Dr. Laura Bonanno en collega’s publiceren de studie online in het British Journal of
Cancer.1
De studie
includeerde 58 patiënten die chemotherapie en/of immuuncheckpointremmers kregen
voor aNSCLC met KRAS-mutatie in het
tumorweefsel. De patiënten stonden bloedmonsters af bij begin van de
behandeling (T1), na drie of vier weken (T2), en bij eerste radiologische restaging (T3). De sensitiviteit van
KRAS-detectie op T1 was 48,3% (95%-bti
35,0-61,8). Detectie van KRAS-mutaties
in T2-monsters was geassocieerd met progressieve ziekte als beste radiologische
respons (gecorrigeerde OR 7,3;
p=0,0016). Toename van MAFA (mutated
allele fractional abundance) tussen T1 en T2 was geassocieerd met kortere
progressievrije overleving (HR 2,1; p=0,0142) en kortere overall survival (HR 3,2; p=0,00168).
De
onderzoekers concluderen dat longitudinale analyse van KRAS-mutaties in cfDNA monitoring van behandeling van aNSCLC
mogelijk maakte. Vroege detectie van de mutaties was geassocieerd met slechtere
uitkomsten.
1.Zulato E, Attili I, Pavan A et al.
Early assessment of KRAS mutation in cfDNA correlates with risk of progression
and death in advanced non-small-cell lung cancer. Br J Cancer 2020; epub ahead
of print
Summary: A prospective study in Italy found
that during treatment for advanced NSCLC early detection of KRAS mutation in cell-free DNA
correlated with risk of progression and death.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)