De diagnose smeulend multipel myeloom (SMM) omvat patiënten met een heterogeen risico van progressie naar actief MM: in sommige patiënten wordt nooit progressie gezien terwijl anderen een hoog risico hebben van progressie binnen twee jaar. Het is belangrijk de inschatting van het progressierisico bij de diagnose SMM te verbeteren, schrijven prof. Maria-Victoria Mateos (Hospital Universitario de Salamanca, Spanje) en collega’s in een publicatie die vandaag online verschijnt in Leukemia.¹

De onderzoekers voerden een retrospectieve studie uit in een cohort SMM-patiënten, en zagen dat patiënten met Bence Jones-proteïnurie ten tijde van de SMM-diagnose een significant kortere mediane tijd-tot-progressie hadden dan patiënten zonder BJ-proteïnurie (22 versus 88 maanden; HR 2,3; p=0,002). De onderzoekers identificeerden drie subgroepen met significant (p<0,001) verschillende mediane tijd-tot-progressie. De mediane TTP was 13 maanden in de subgroep met BJ-proteïnurie ≥ 500 mg per 24 uur, 37 maanden in de subgroep met BJ-proteïnurie < 500 mg per 24 uur, en 88 maanden in de subgroep zonder BJ-proteïnurie.

De onderzoekers concluderen dat BJ-proteïnurie een onafhankelijke voorspeller is van progressie van SMM tot symptomatisch MM.

1.González-Calle, Dávila J, Escalante F et al. Bence Jones proteinuria in smoldering multiple myeloma as a predictor marker of progression to symptomatic multiple myeloma. Leukemia 2016; epub ahead of print