Prof.
Xiao-Jun Huang (Peking Universiteit, Beijing) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van de mogelijkheid om corticosteroïdenpreventie van acute GVHD na haploïdentieke
transplantatie te geleiden op basis van biomarkers. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.1 Het risico van acute GVHD
graad II tot IV werd ingeschat aan de hand van CD4:CD8-ratios van allogene
beenmerggraften. De patiënten werden op basis van deze ratio gecategoriseerd
als laag-risico (groep A; n=83) of hoog-risico (n-145). De patiënten in de
hoog-risicogroep werden gerandomiseerd naar lage-dosering
corticosteroïdenprofylaxe (groep B; n=72) of geen corticosteroïdenprofylaxe
(groep C; n=73).
De
honderd-dagen incidentie van GVHD was 21% in groep B, vergeleken met 26% in
groep A en 48% (p<0,001) in groep C. Lage-dosering corticosteroïdenprofylaxe
was significant geassocieerd met lager risico van acute graad II tot IV GVHD
(HR 0,66; p=0,007) en snelle recovery van bloedplaatjes (HR 0,30; p<0,001).
De incidentie van matig-tot-ernstige GVHD (21%) was lager dan die in groep A
(50%; p=0,025) en in groep C (36%; p=0,066). Vergeleken met groep C waren in
groep B de incidenties lager van necrose van de femurkop (p=0,034) en
hypertensie (p=0,015). Het optreden van infecties verschilde niet significant
tussen de groepen.
De
onderzoekers concluderen dat biomarker-geleide risicostratificatie voor
corticosteroïdenpofylaxe resulteerde in preventie van graad II tot IV acute
GVHD, versnelde platelet recovery, en vermindering van bijwerkingen zonder het
risico van infecties te verhogen.
1.Chang Y-J, Xu L-P, Wang
Y et al. Controlled, randomized, open-label trial
of risk-stratified corticosteroid prevention of acute graft-versus-host disease
after haploidentical transplantation. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)