PhD-studient
Jop Teepen (Emma Kinderziekenhuis/AMC) en collega’s hebben een analyse
uitgevoerd van het risico van colorectaaladenomen in personen die als kind
behandeld zijn voor maligniteiten. Ze publiceren de studie online in het Journal of the
National Cancer Institute.1 De studie is uitgevoerd in het Nederlandse
DCOG-LATER cohort, dat bestaat uit tenminste-vijf-jaar overlevers van een
maligniteit voor de leeftijd van achttien jaar gediagnostiseerd tussen begin
1963 en eind 2001 (n=5843). De studie includeerde als comparison group ook broers en zussen van de overlevers (n=883).
Tijdens
mediaan 24,9 jaar follow-up werd in 78 overlevers tenminste één
colorectaaladenoom gezien.De cumulatieve incidentie op de leeftijd 45 jaar was 3,6% onder overlevers die
abdominopelvische radiotherapie hadden gekregen (AP-RT; 49 patiënten) versus
2,0% onder overlevers zonder geschiedenis van AP-RT (28 patiënten; p voor
verschil 0,07) versus 1% onder siblings (6 patiënten; p=0,03). Factoren die
geassocieerd waren met het adenoomrisico waren AP-RT (HR 2,12; 95%-bti
1,24-3,60), totaal-lichaamsbestaling (HR 10,55; 95%-bti 5,20-21,42),
cisplatinebehandeling (significant vanaf dosering 480 mg/m2 HR 3,85;
95%-bti 1,45-10,26), diagnose hepatoblastoom (HR 27,12; 95%-bti 8,80-83,58), en
familiegeschiedenis van early-onset
CRC (HR 20,46; 95%-bti 8,10-51,70). In overlevers zonder AP-RT en TBI was
procarbazinebehandeling significant geassocieerd met het adenoomrisico (HR
2,71; 95%-bti 1,28-5,74). In dertien overlevers werd CRC gediagnostiseerd (SIR
3,3; 95%-bti 1,8-5,7).
De
onderzoekers concluderen dat overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd een
verhoogd risico hebben van colorectaaladenomen en –carcinomen. De studie heeft
risicofactoren voor colorectaaladenomen geïdentificeerd.
1.Teepen
JC, Kok JL, van Leeuwen FE et al. Colorectal adenomas and cancers after childhood cancer treatment:
A DCOG-LATER record linkage study. J Natl Cancer Inst 2018; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)