Vorig weekend was in Kyoto (Japan) de 17th Biennial Meeting of the International Gynecological Cancer Society. Met enige vertraging zijn de abstracts onder de aandacht gekomen van Oncologisch onderzoek.nl. Prof. Robert Burger (University or Pennsylvania, Philadelphia) presenteerde in Kyoto de resultaten van NRG-GY003, een gerandomiseerde fase 2-studie van nivolumab met of zonder ipilimumab voor persisterend of recidiverend epitheliaal ovariumcarcinoom.¹

De studie includeerde honderd vrouwen met meetbare ziekte, één tot drie eerdere cytotoxische regimes, en platinavrij interval korter dan twaalf maanden. De mediane leeftijd was 62 jaar; 82 patiënten hadden hooggradige sereuze histologie. De patiënten werden gerandomiseerd naar inductie NIVO 3 mg/kg IV iedere twee weken, vier infusies, gevolgd door onderhouds-NIVO iedere twee weken, ten hoogste 42 doses (treatment arm 1; n=49) of inductie NIVO plus IPI 1 mg/kg iedere drie weken, vier infusies, gevolgd door onderhouds-NIVO (TA2, n=51). De primaire nulhypothese was geen verschil in objectieve respons binnen zes maanden.

Binnen zes maanden waren er zes responsen in TA1 (12,2%) versus zestien responsen in TA2 (31,4%; p=0,034) met nog één respons na zes maanden in TA2. De PFS-HR (TA2 versus TA1) was 0,599 (95%-bti 0,388-0,925). De OS-HR was 0,712 (95%-bti 0,393-1,291). Graad 3 of 4 adverse events werden gezien in 27 patiënten in TA1 (55%) versus 34 patiënten in TA2 (67%); er waren geen graad 5 AEs.

Burger concludeert dat de activiteit van IPI/NIVO-inductie gevolgd door NIVO-onderhoud voor persisterend of recidiverend ovariumcarcinoom superieur was aan die van alleen NIVO-inductie gevolgd door NIVO-onderhoud.

1.Burger RA et al. IGCS 2018; OC11

Summary: A multicenter randomised phase 2 study in the USA showed that the combination of nivolumab plus ipilimumab followed by nivolumab maintenance for persistent or recurrent ovarian cancer was superior to nivolumab alone followed by nivolumab maintenance.