In een
kleine retrospectieve studie zijn aanwijzingen gezien voor de mogelijkheid dat rechallenge met cetuximab-gebaseerde
therapie werkzaam kan zijn voor KRAS-wildtype
metastatisch colorectaalcarcinoom dat eerder met cetuximab werd behandeld maar
resistentie verworven heeft. Het veronderstelde mechanisme is dat de mutatie
die voor de verworven resistentie verantwoordelijk is na het wegvallen van de
selectiedruk zou kunnen verdwijnen. De Italiaanse multicenter fase 2-studie CRICKET
heeft deze mogelijkheid nader onderzocht. Dr. Chiara Cremolini (Università
di Pisa) en collega’s publiceren de studie online in JAMA Oncology.1
De studie
includeerde 28 RAS- en BRAF-wildtype mCRC-patiënten (negen
vrouwen en negentien mannen) met een mediane leeftijd van 69 jaar (range 45-80
jaar). De patiënten waren in eerste lijn behandeld met irinotecan plus
cetuximab-gebaseerd regime, resulterend in tenminste partiële respons en
progressievrije overleving van tenminste zes maanden. Na progressie waren ze in
tweede lijn behandeling met oxaliplatine plus bevacizumab-gebaseerde
behandeling. Na hernieuwde progressie werden ze voor de derdelijns behandeling
geïncludeerd in CRICKET. Ze kregen intraveneus cetuximab 500 mg/m2
plus irinotecan 180 mg/m2 iedere twee weken, tot ziekteprogressie of
niet-acceptabele toxiciteit optrad. Voor aanvang van de derdelijns behandeling
stonden de patiënten bloedmonsters voor isolatie van circulerend tumor DNA dat
werd getest op aanwezigheid van RAS-mutaties.
Het primaire
eindpunt van de studie was respons. Partiële respons werd gezien in zes
patiënten (ORR 21%; 95%-bti 10%-40%) en stabiele ziekte in negen patiënten (DCR
54%; 95%-bti 36%-70%). Met een benedengrens van het ORR 95%-bti hoger dan 5%
voldeed de behandeling aan het vooraf gedefinieerd criterium voor werkzaamheid.
In baseline-ctDNA werden RAS-mutaties
gezien in 12 van 25 evalueerbare patiënten. In ctDNA van patiënten met
bevestigde partiële respons werden geen RAS-mutaties
gezien. De mediane progressievrije overleving was 4,0 maanden in de groep met RAS wildtype baseline-ctDNA versus 1,9
maanden in de groep met RAS-mutaties
in baseline-ctDNA (HR 0,44; p=0,03).
De
onderzoekers concluderen dat CRICKET de eerste prospectieve demonstratie heeft
gegeven van geslaagde derdelijns rechallenge met cetuximab en irinotecan voor RAS- en BRAF-wildtype mCRC met verkregen resistentie na eerstelijns
behandeling. Testen van ctDNA op RAS-mutaties
kan wellicht bijdragen aan de selectie van patiënten die van deze strategie
kunnen profiteren.
1.Cremolini
C, Rossini D, Dell’Aquila E et al. Rechallenge for patients with RAS and BRAF wild-type metastatic
colorectal cancer with acquired resistance to first-line cetuximab and
irinotecan. A phase 2 single arm clinical trial. JAMA Oncol 2018; epub ahead of
print
Summary: The
Italian phase 2 study CRICKET showed activity of third-line rechallenge with
cetuximab and irinotecan for RAS and BRAF wild-type mCRC after acquired
resistance to first line cetuximab and irinotecan. Third-line activity was only
seen in patients without RAS
mutations in circulating tumor DNA.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)