De invoering
van immuuncheckpointremmers en gerichte behandelingen heeft de overleving van
patiënten met gevorderd melanoom verbeterd. Het is niet duidelijk hoe frequent
deze dure behandelingen met potentiële ernstige bijwerkingen ineffectief worden
toegepast in de laatste fase van het leven. Een Nederland-brede cohortstudie
heeft deze toepassing geïnventariseerd. Prof. Alfons van den Eertwegh
(Amsterdam UMC) en collega’s publiceren de studie in JCO Oncology Practice.1
De studie
includeerde stadium IIIC- of IV-patiënten in het Dutch Melanoma Treatment Registry die overleden tussen begin 2013
en eind 2019 (n=3793). Primair eindpunt was percentage patiënten met start van
een nieuwe systemische therapie binnen 45 dagen of 90 dagen voor het overlijden.
Voor dit eindpunt waren er significante verschillen tussen de verschillende Nederlandse melanoomcentra,
uiteenlopend van 6% tot 23% (start behandeling binnen 45 dagen) en van 20% tot
46% (90 dagen). Dertien procent (n=146) van deze patiënten ontwikkelden graad 3
of 4 adverse events waarvoor 69,9%
(n=102) werden gehospitaliseerd.
De
onderzoekers concluderen dat een minderheid van Nederlandse patiënten met
metastatisch melanoom in de laatste fase van hun leven een nieuwe systemische
therapie startten.
1.Van
Breeschoten J, Ismail RK, Wouters MWJM et al. End-of-life use of systemic therapy in patients
with advanced melanoma: a nationwide cohort study. JCO Oncol Pract 2022; epub
ahead of print
Summary: A nationwide cohort study in The Netherlands found that a minority of patients
with metastatic melanoma started new systemic therapy in the last phase of
life. The percentages varied between Dutch melanoma centers
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)