Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Factoren geassocieerd met lymfoedeem na neoadjuvante chemotherapie en ALND voor klierpositief mammacarcinoom

(0)2019-07-18 11:51   ( Nieuws )

Prof. Jane ArmerLymfoedeem is een bekende complicatie van de behandeling voor mammacarcinoom. In recente studies is gezien dat 10% tot 30% van de overlevers van mammacarcinoom lymfoedeem ontwikkelde. De meeste lymfoedeemstudies zijn uitgevoerd in groepen patiënten die adjuvante chemotherapie kregen. Een analyse in het cohort van deelneemsters aan de ACSOG Z1071-studie onderzocht factoren die geassocieerd zijn met de ontwikkeling van lymfoedeem na neoadjuvante chemotherapie (NAC) en axillaire lymfeklierdissectie (ALND) voor klierpositief mammacarcinoom. Prof. Jane Armer (University of Missouri, Columbia) en collega’s publiceren de analyse online in JAMA Surgery.1

De analyse includeerde 486 volwassen vrouwen met cT0-T4N1-2M0 mammacarcinoom met gedocumenteerde axillaire nodale metastase bij diagnose. De gemiddelde leeftijd was 50,1 ± 10,8 jaar. Alle patiënten kregen NAC, borstchirurgie, en ALND. Ze werden vanaf de voltooiing van NAC iedere zes maanden tot drie jaar na de operatie gevolgd voor lymfoedeem, gedefineerd als patiënt-gerapporteerde arm heaviness of zwelling (lymfoedeemsymptomen) of toename van het armvolume met 10% of meer (V10) of 20% of meer (V20).

De drie-jaars cumulatieve incidentie was 37,8% (95%-bti 33,1-43,2) voor de lymfoedeemsymptomen, 58,4% (95%-bti 53,2-64,1) voor V10, en 36,9% (95%-bti 31,9-42,6) voor V20. Factoren die geassocieerd waren met lymfoedeemsymptomen waren hogere body mass index en NAC gedurende 144 dagen of langer (versus korter dan 144 dagen: HR 1,48; 95%-bti 1,01-2,17) . De incidentie van V20 was hoger in patiënten die 144 dagen of langer NAC kregen (versus korter HR 1,79; 95%-bti 1,19-2,68) en de incidentie van V10 was het hoogst in patiënten met dertig of meer verwijderde klieren (versus minder HR 1,70; 95%-bti 1,15-2,52) en nam toe met het aantal positieve klieren (per positieve klier HR 1,03; 9%-bti 1,01-1,06). In multivariate analyse was obesitas significant geassocieerd met lymfoedeemsymptomen (versus BMI lager dan 30 kg/m2 HR 1,03; 95%-bti 1,01-1,06) en lengte van NAC met V20 (144 dagen of langer versus korter HR 1,74; 95%-bti 1,15-2,62).

De onderzoekers concluderen dat in deze analyse langere duur van NAC en obesitas geassocieerd waren met verhoogde incidentie van lymfoedeem.

1.Armer JM, Ballman KV, McCall L et al. Factors associated with lymphedema in women with node-positive breast cancer treated with neoadjuvant chemotherapy and axillary dissection. JAMA Surg 2019; epub ahead of print

Summary: An analysis in the cohort of the ACSOG Z1071 study evaluated factors associated with lymphedema in women after neoadjuvant chemotherapy and axillary dissection. The analysis found that longer duration of neoadjuvant chemotherapy and obesity werd associated with increased incidence of lymphedema, suggesting that patients in these groups may benefit from enhanced prospective lymphedema surveillance.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren