Prof.
Feng-Ming Kong (Georgia Regents University, Augusta) en collega’s hebben een
gepoolde analyse uitgevoerd van studies van factoren die geassocieerd zijn met
stralingsgeïnduceerde longtoxiciteit (RILT) na stereotactische lichaamsradiotherapie
(SBRT) van de thorax. De analyse is online gepubliceerd in het International
Journal of Radiation Oncology.1 De onderzoekers vonden in de
literatuur 88 bruikbare studies met tezamen 7752 patiënten die SBRT kregen voor
vroeg-stadium NSCLC of metastatische longtumoren.
De
incidentie van graad 2 of hoger (G2+) RILT was 9,1%, en de incidentie van G3+
RILT was 1,8%. De mediaan van de mediane tumorgrootte was 2,3 cm (range 1,4 tot
4,1 cm). Hogere leeftijd (p=0,044) was significant geassocieerd met G2+ en G3+
RILT, evenals grotere tumoren (p=0,049 voor G2+ en p=0,001 voor G3+). Patiënten
met stadium 1A versus 1B NSCLC hadden een significant lager risico van G2+ RILT
(8,3% versus 17,1%; OR 0,43; p<0,0001). In studies met gedetailleerde
dosimetrische gegevens was er een significant hogere mean lung dose (p=0,027) en V20 (p=0,019) in patiënten met G2+ RILT
vergeleken met patiënten met G0-1 RILT.
De
onderzoekers concluderen dat er relatief weinig RILT is na thorax-SBRT. Hogere
leeftijd en grotere tumoren zijn significante RILT-risicofactoren.
1.Zhao
J, Yorke ED, Li L et al. Simple
factors associated with radiation-induced lung toxicity after stereotactic body
radiation therapy of the thorax: a pooled analysis of 88 studies. Int J Radiat
Oncol Biol Phys 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)