Na
sfincter-sparende definitieve
chemoradiotherapie (CRT) voor squamous
cell carcinoma of the anal canal (SCCAC) is drie-jaars locoregionaal falen (LRF)
gezien in ongeveer 35% van de patiënten. SCCAC is gewoonlijk geassocieerd met
anogenitale HPV-infectie. In patiënten met HPV-geassocieerd squameus celcarcinoom
van de orofarynx versterkt cetuximab de werkzaamheid van radiotherapie. Prof.
Joseph Sparano (Montefiore Medical Center, Bronx NY) en collega’s hebben de
hypothese onderzocht dat toevoeging van cetuximab aan CRT voor SCCAC
geassocieerd is met verlaging van het risico van LRF. De fase 2-studie is online gepubliceerd in het Journal
of Clinical Oncology.1
Deelnemers
aan de studie waren 61 patiënten met stadium I-III SCCAC, met ongunstig-risicofactoren
stadium III-ziekte in 64% en mannelijk geslacht in 20%. De patiënten kregen CRT
bestaande uit cisplatine, fluorouracil, en radiotherapie naar de primaire tumor
en regionale lymfeklieren (45 tot 54 Gy) plus acht wekelijkse doses concurrent
cetuximab. In een analyse consistent met de historische data was de drie-jaars
LRF 21% (95%-bti 7% tot 26%). De drie-jaars progressievrije overleving was 68%
en de drie-jaars overall survival was
83%. Graad 4-toxiciteit werd gezien in 32%, en behandelings-gerelateerd
overlijden in 5%.
De onderzoekers
concluderen dat toevoeging van cetuximab
aan CRT resulteerde in verlaging van LRF, maar ten koste van substantiële
toxiciteit, en met nog steeds LRF in ongeveer 20% van de patiënten. Er is
behoefte aan meer werkzame en minder toxische behandelingen.
1.Garg
MK, Zhao F, Sparano JA et al. Cetuximab
plus chemoradiotherapy in immunocompetent patients with anal carcinoma: A phase
II Eastern Cooperative Oncology Group-American College of Radiology Imaging
Network Cancer Research Group trial (E3205). J Clin Oncol 2017; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)