De Duitse multicenter
fase 2-studie DSMM XI onderzocht de waarde van inductietherapie met bortezomib,
cyclofosfamide, en dexamethason (VCD) voor niet-eerder behandeld multipel
myeloom (MM). Prof. Hermann Einsele (Julius Maximilians Universität, Würzburg)
en collega’s publiceren de studie online in het British Journal of
Haematology.1 De studie includeerde 414 patiënten die drie
21-daagse cycli VCD kregen voorafgaand aan autologe stamceltransplantatie.
De
meest-gerapporteerde graad 3 of 4 adverse
events waren leukopenie (31,4% van de patiënten) en trombocytopenie (6,8%).
Lokaal-beoordeelde overall response
werd gezien in 85,4% van de patiënten. Voor 74% van de patiënten waren
uitkomsten van in een centraal laboratorium uitgevoerde moleculaire
cytogenetische analyse beschikbaar. Er waren geen klinisch relevante
verschillen in post-inductie ORR tussen patiënten met en zonder hoog-risico
cytogenetische abnormaliteiten (86,2% versus 84,3%).
Honderddertien
patiënten werden na autoSCT geïncludeerd in een vervolgstudie met mediaan 55,5
maanden follow-up. De mediane progressievrije overleving was 35,3 maanden, en
de mediane overall survival werd niet
bereikt. De mediane PFS was 19,9 maanden in patiënten met high-risk cytogenetics versus 43,6 maanden in patiënten met standard-risk cytogenetics
(p<0,0001); de mediane OS in beide groepen was 54,7 maanden versus
niet-bereikt (p=0,0022).
De
onderzoekers concluderen dat VCD een effectief en tolerabel inductieregime is.
VCD induceerde respons in een hoog percentage van de patiënten ongeacht
cytogenetisch-risicostatus. In lange-termijn follow-up is cytogenetisch
hoog-risico geassocieerd met aanzienlijk verlaagde PFS en OS na autoSCT.
1. H, Engelhardt M, Tapprich C et al. Phase II study of bortezomib, cyclophosphamide
and dexamethasone as incution therapy in multiple myeloma: DSMM XI trial. Br J
Haematol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)